8 Zorg dat de aardkabel tussen detrekontspanning en de klem langer is dan deandere draden. Zorg ervoor dat de vorm van de stroomkabel enelke andere kabel eruit ziet zoals op dezeafbeelding wordt getoond, voordat deze in deunit worden binnengegaan. Alle kabels die de unit binnenkomen moetenworden vastgemaakt met draadbinders(accessoire). Gebruike lange afdichting (accessoire) om de ingang van deschakelkast te blokkeren zoals getoond in afbeelding 12.Elektrische eigenschappenMCA: min. circuit amp (A)MFA: max. zekering amp (A)Specificaties voor op locatie aanwezige zekeringenen dradenToegelaten lengte transmissiebedrading tussen binnen- enbuitenunits en tussen de binnenunit en de afstandsbediening is alsvolgt:1. Buitenunit - binnenunit: max. 1000 m (lengte completebedrading: 2000 m)2. Binnenunit - afstandsbediening: max. 500 mVoorbeeld bedrading en het instellen vande afstandsbedieningDe bedrading aansluitenVerwijder het deksel van de schakelkast zoals getoond inafbeelding 12 en maak de aansluitingen.Voorzorgsmaatregelen1. Houd onderstaande richtlijnen aan bij het aansluiten vanbedrading aan het aansluitingenbord van de elektrischevoeding.• Gebruik een krimpachtige aansluitklem om de mof te isolerenvoor aansluiting op de klemmenstrook voor het bedraden vande units. Volg onderstaande instructies, wanneer er geenbeschikbaar zijn.• Sluit geen draden met een verschillende dikte aan opdezelfde voedingsklem. (Loszittende aansluitingen kunnenoververhitting veroorzaken.)• Sluit draden met dezelfde dikte aan volgens de afbeelding.Gebruik de voorgeschreven draad. Sluit de draad veilig aan opde terminal. Schroef de draad vast zonder overdreven krachtuit te oefenen op de terminal. Gebruik aanhaalmomentenvolgens onderstaande tabel.• Zorg dat u geen draden beknelt bij het bevestigen van hetdeksel van de stuurkast.• Als alle bedrading is aangesloten, vul dan de gaten in debedradingsopeningen van de behuizing op met stopverf ofisolatiemateriaal (meegeleverd met de unit) om tevoorkomen dat klein ongedierte of vuil van buitenaf in de unitterechtkomt en kortsluitingen in de stuurkast veroorzaakt.2. Sluit geen draden met een verschillende dikte aan op dezelfdeaardingsklem. Een losse aansluiting kan de beschermingverzwakken.3. Afstandsbedieningskabels en verbindingsbekabeling tussen deunits moeten op een afstand van tenminste 50 mm van debedrading elektrische voeding geplaatst worden. Wanneer dezerichtlijn niet wordt opgevolgd, kan dit defecten veroorzaken alsgevolg van elektrische storing.4. Voor de bedrading van de afstandsbediening, raadpleeg de"Installatiehandleiding van de afstandsbediening" die ismeegeleverd met de afstandsbediening.Model Hz VoltSpannings-bereikElektrischevoedingMCA MFA1550/60 220-240/220 ±10%0,416 A20 0,425 0,432 0,440 0,850 0,863 0,980 1,0100 1,5125 2,0OPMERKING Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk"Elektrische gegevens" in de technische specificaties.Bedrading voedingModelLokalezekeringen Draad Maat15~125 16 A H05VV-U3G Lokale voorschriftenModel Draad Maat15~125 Ommantelde draad (2) 0,75–1,25 mm 2OPMERKING Voor informatie, zie "Voorbeeld bedrading" oppagina 9.ABALN1 Deksel van schakelkast2 Bedrading voor lage spanningen in de schakelkast3 Bedrading voor hoge spanningen in de schakelkast4 Bedradingsschema5 SchakelkastAanhaalmoment (N•m)Klemmenstrook voor afstandsbediening 0,79~0,97Klemmenstrook voor voeding 1,18~1,44OPMERKING De klant kan de thermistor van de afstandsbedieningselecteren.1 2 31 Ronde spanklem2 Bevestig de isolatiemof3 Bedrading