140 Snelle referentiegids1 parallelle ingang Sluit parallelle apparaten zoals een printer aan op de parallelle ingang. Als u overeen USB-printer beschikt, moet u deze aansluiten op een USB-ingang.OPMERKING: De geïntegreerde parallelle ingang wordt automatisch gedeactiveerdals de computer een geïnstalleerde kaart detecteert die een parallelle ingang bevatdie op hetzelfde adres is geconfigureerd. Raadpleeg voor meer informatie de onlinehandleiding.2 lampjeverbindingsintegriteit• Groen — Er is een succesvolle verbinding tussen een 10 Mbps-netwerk en decomputer.• Oranje — Er is een succesvolle verbinding tussen een 100 Mbps-netwerk en decomputer.• Geel — Er is een succesvolle verbinding tussen een 1 Gbps-(of 1000 Mbps)-netwerk en de computer.• Uit — De computer detecteert geen fysieke verbinding met het netwerk.3 ingang netwerkadapter Om de computer aan te sluiten op een netwerk of breedbandapparaat moet u eenuiteinde van de netwerkkabel aansluiten op een netwerkcontact of een netwerk- ofbreedbandapparaat. Sluit het andere gedeelte van de netwerkkabel aan op denetwerkadapteringang op het achterpaneel van de computer. Een klikgeluid geeftaan dat de netwerkkabel goed vastzit.OPMERKING: Sluit geen telefoonkabel aan op de netwerkingang.Op computers met een netwerkkaart moet u de ingang op de kaart gebruiken.U wordt aangeraden om Category 5-bedrading en -ingangen voor uw netwerk tegebruiken. Als u toch gebruikmaakt van Category 3-bedrading, moet u denetwerksnelheid naar 10 Mbps forceren om een betrouwbare werking tegaranderen.4 netwerkactiviteitslampje Er gaat een geel licht knipperen als de computer netwerkgegevens verzendt ofontvangt. Als gevolg van een hoog netwerkvolume kan het lijken of dit lampjeaanhoudend brandt.5 lijn uit-ingang Gebruik de groene line-outingang (beschikbaar op computers met geïntegreerdgeluid) om de meeste speakers met geïntegreerde versterkers aan te sluiten.6 line-in-/microfooningang Gebruik de blauwe en roze line-in-/microfooningang (beschikbaar op computersmet geïntegreerd geluid) om een apparaat voor opname/afspelen aan te sluiten,zoals een cassettespeler, cd-speler of videorecorder of een PC-microfoon voorspraak- of muziekinvoer naar een geluids- of telefonieprogramma.7 USB 2.0-ingangen (6) Gebruik de USB-ingangen aan de achterzijde voor apparaten die normaliteraangesloten blijven, zoals printers en toetsenborden.