27614-06817-00NEDERLANDS3. Aansluiten van de UPS• Sluit de UPS 1 via een geaarde wandcontactdoos op de netspanning aan: met behulpvan het bijgeleverde snoer bij een UPS met FR/DIN aansluitingen, of met het netsnoer4 van uw computer bij een UPS met IEC aansluitingen (zie figuur A).• Sluit de aansluitingen van kritische apparatuur (computer, monitor, modem…) aan opde battery backup- en surge protected aansluitingen 19 (zie figuur B); daarbij mag deaangegeven stroom in Ampères echter niet overschreden worden.• Andere apparaten (printer, scanner, fax, enz.) kunnen worden aangesloten op depiekbeschermingsuitgangen 18 (zie figuur B). De piekbeschermingsuitgangen hebbengeen batterij back-up voeding in geval van stroomuitval.Facultatieve Internet modem / netwerk:De modem- of ethernetverbinding kan tegen overspanning worden beveiligd door hemaan te sluiten via de UPS. Dit bereikt u door enerzijds de wandcontactdoos via het snoervan het te beveiligen apparaat op de UPS UPS aan te sluiten, en anderzijds door de UPSop dit apparaat aan te sluiten met behulp van een kabel met dezelfde specificaties, zoalsaangegeven in figuur C (snoer niet bijgeleverd).Optionele USB-port beveiliging:Het UPS-apparaat kan op de computer worden aangesloten via de meegeleverde USB-kabel 5 (zie figuur C).De software is beschikbaar op de cd-rom 5 , de Eaton UPS Companion software kan ookworden gedownload van de website powerquality.eaton.com.Registreer voor de garantiekaart op powerquality.eaton.com.4. Werkingsmode van de Master en EcoControl aansluitingenOm het energieverbruik van de randapparatuur (scanner, printer) in pauze mode zolaag mogelijk te houden, is het Ellipse PRO voorzien van EcoControl aansluitingendie ondergeschikt zijn aan de Master aansluiting (zie Figuur B). Bij uitschakelen vande hoofdapplicatie die door de Master aansluiting van energie wordt voorzien (decomputer), worden de EcoControl aansluitingen automatisch uitgeschakeld en schakeltde randapparatuur uit.Deze functie (default: uitgeschakeld) wordt ingeschakeld en geparametreerd via deconfiguratie tool die in de software.N.B.: Als de functie geactiveerd is mag er geen kritische apparatuur op de EcoControl aansluitingenaangesloten worden.Inschakeldrempels parametrerenDe default parametrering garandeert de goede werking van de EcoControl functie.Afhankelijk van het verbruiksniveau van de hoofdapparatuur kan het echternoodzakelijk zijn om de inschakeldrempel van de EcoControl functie te wijzigen via deconfiguratiesoftware die bij de UPS geleverd wordt:• Controleer eerst of de functie geactiveerd is in het “EcoControl function” menu van deconfiguratie tool.• Als de randapparatuur die op de EcoControl aansluitingen aangesloten is nietuitschakelt als de hoofdapparatuur niet in normale werkingsmode staat (bv.: bijactiveren van de pauze mode), moet de inschakeldrempel op High gezet worden.• Als het nominale verbruiksniveau van de hoofdapparatuur gering is en de EcoControlaansluitingen uitschakelen terwijl de hoofdapparatuur in normale werkingsmodestaat, moet de inschakeldrempel op Low ingesteld worden.