- 15– De verwarmingseenheid van het apparaat is een stookinrich-ting. Bij de installatie dient men zich aan de ter plaatse gel-dende normen te houden.– Gebruik uitsluitend goedgekeurde schoorstenen/rookafvoer-leidingen. GevaarKans op brandwonden! Dat symbool moet aangebracht wordenop elke ontneemplaats.Bij de opstelling van een stookolietank in de opstellingsruimtevan het apparaat moeten de voorschriften inzake opslag vanbrandbare vloeistoffen in acht genomen worden (te verkrijgen bijCarl Heymanns Verlag, Keulen, www.heymanns.com).Bij het leggen van de brandstofleidingen moet onderstaand dia-gram in acht genomen worden.Er moet een dubbel systeem, voor- en terugloop, voorzien wor-den.– Max. voordruk stookolie: 0,05 MPa (0,5 bar)– Max. onderdruk tussen stookoliefilter en pomp: 0,04 MPa (0,4bar)Zuigbuislengte in mAanzuighoogte in mMogelijke zuigbuislengte bij buizen met NW 8– Elk apparaat moet op een eigen schoorsteen worden aange-sloten.– De rookgasleiding moet volgens de plaatselijke voorschriftenen in overleg met de verantwoordelijke meester schoorsteen-veger worden uitgevoerd.Wij raden aan een trekonderbreker in te bouwen tussen de instal-latie en de haard.WaarschuwingOm de voorgeschreven verbrandingswaarde te bereiken moet debij de technische gegevens vermelde schoorsteentrek wordenaangehouden.– Voor de montage moet worden gecontroleerd of de wand welvoldoende draagkracht heeft. Het meegeleverde bevesti-gingsmateriaal is geschikt voor beton. Voor holle bouwsteen,bakstenen en gasbetonwanden moeten geschikte pluggenen schroeven worden gebruikt, bijv. injectieankers (boorteke-ning zie maatblad).– Afbeelding 3 - Pos. 19 en 23Het apparaat mag niet star met het waterleiding- of het hoge-drukbuizennet worden verbonden. De verbindingsslangendienen absoluut te worden aangebracht.– Afbeelding 3 - ATussen het waterleidingnet en de verbindingsslang moet eenafsluitkraan worden aangebracht.Bij de montage van de hogedrukleidingen dient men zich aan debetreffende nationale voorschriften van de wetgever te houden.– De drukafname in de buisleiding moet onder 1,5 MPa liggen.– Als de buisleiding klaar is, moet deze met 28 MPa worden ge-test.– De isolatie van de buisleiding moet bestand zijn tegen tempe-raturen tot 155 °C.Afbeelding 3 - pos. 20De tanks moeten zo worden opgesteld dat het laagste peil vanhet reinigingsmiddel niet meer dan 1,5 m onder de bodem vanhet apparaat ligt en het hoogste peil niet boven de bodem van hetapparaat ligt.Afbeelding 3 - B en Pos. 19 Sluit de watertoevoer met een geschikte waterslang aan hetwaterleidingnet aan.– De capaciteit van de watertoevoer moet ten minste 1300 l/hbij ten minste 0,1 MPa bedragen.– De watertemperatuur moet onder 30 °C liggen.VoorzichtigDe maximaal toegelaten netimpedantie aan het elektrische aan-sluitpunt (zie Technische gegevens) mag niet overschreden wor-den. In geval van onduidelijkheden in verband met denetimpedantie aan uw aansluitpunt neemt u best contact op metuw electriciteitsmaatschappij.Instructie: Inschakelprocessen veroorzaken een kortstondigespanningsval. Bij ongunstige netomstandigheden kunnen andereapparaten beïnvloed worden.– Aansluitwaarden zie Technische gegevens en typeplaatje.– De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden door eenelectricien en moet voldoen aan IEC 60364-1.– Stroomvoerende onderdelen, kabels en apparaten in hetwerkgebied moeten in goede staat en spuitwaterdicht zijn.We adviseren wandcontactdozen met voorgeschakelde lek-stroom-veiligheidsschakelaar (maximaal 30 mA nominale active-rings-stroomsterkte) te gebruiken, ter vermijding van elektrischeongelukken.InstallatievoorschriftenAlleen voor bevoegd en deskundig personeel!AlgemeenBij werktemperaturenboven 100 °C, hoge-druksproeier vervan-gen doorstoomsproeier.StookolietankBrandstofleidingenRookgasbuis! Wand montageMontage van de hogedrukleidingenReinigingsmiddeltanks plaatsenWatertoevoerElektrische aansluiting95NL