Nederlands 47Lees vóór het eerste gebruik vanuw apparaat deze originele ge-bruiksaanwijzing, ga navenant te werk enbewaar hem voor later gebruik of voor eenlatere eigenaar.Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslistdoorlezen!Veiligheidsinstructies 47Functie 48Reglementair gebruik 48Zorg voor het milieu 48Elementen voor de bediening en de func-ties 49Voor de inbedrijfstelling 50Inbedrijfstelling 50Werking 50Stillegging 52Onderhoud 52Toebehoren 55Hulp bij storingen 56CE-verklaring 56Garantie 56Technische gegevens 57Als u bij het uitpakken transportschade con-stateert, neem dan contact op met uw dis-tributeur.– De op het apparaat aangebrachte waar-schuwings- en aanwijzingsborden ge-ven aanwijzingen voor gebruik zondergevaar.– Naast de aanwijzingen in de gebruiks-aanwijzingen moeten de algemene vei-ligheidsvoorschriften en voorschriftenter vermijding van ongevallen van dewetgever in acht genomen worden. GevaarVerwondingsgevaar!Kantelgevaar bij de sterke hellingen.– In de rijrichting slechts stijgingen tot 2%nemen.Comfort-variant met extra rem 2.640-301.0: In de rijrichting alleen hellingentot 18% nemen.Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.– Het apparaat uitsluitend op bevestigdeondergrond bewegen.Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.– Dwars op de rijrichting alleen hellingentot maximaal 2% berijden.Comfort-variant met extra rem 2.640-301.0: Dwars op de rijrichting alleen hel-lingen tot maximaal 18% berijden.– De voor motorrijtuigen voorgeschrevenmaatregelen, regels en verordeningendienen altijd te worden opgevolgd.– De bediener moet het apparaat doelma-tig gebruiken. Hij moet bij het rijden re-kening houden met de plaatselijkeomstandigheden en bij het werken metdit apparaat goed letten op anderen,vooral op kinderen.– Het apparaat mag alleen door personenworden gebruikt die voor de omgang er-mee zijn opgeleid of hun vaardighedenin het bedienen hebben aangetoond enuitdrukkelijk de opdracht hebben gekre-gen voor het gebruik.– Het apparaat mag niet worden gebruiktdoor kinderen of jongeren. Het apparaat mag nooit onbeheerd wor-den achtergelaten zolang de motor nogdraait. De bediener mag het apparaatpas verlaten, als de motor is uitgezet,het apparaat tegen onbedoelde bewe-gingen is beveiligd en de parkeerrem isbediend. GevaarVerwondingsgevaar!– De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-den.– Niet over de uitlaat buigen of deze aan-raken (verbrandingsgevaar).– Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-ken (verbrandingsgevaar).– Bij de werking van het apparaat in ruim-tes moet gezorgd worden voor voldoen-de verluchting en afvoer van deuitlaatgassen (vergiftigingsgevaar).– Uitlaatgassen zijn schadelijk voor degezondheid, ze mogen niet worden in-geademd.– De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-loop nodig na het uitzetten. In deze tijdabsoluut uit de buurt blijven van hetaandrijfbereik.– Wanneer het toestel naar achteren opde duwbeugel gekanteld wordt, mag debrandstoftank maximum voor de helftgevuld zijn.– Er mogen alleen toebehoren en onder-delen gebruikt worden, die door de fa-brikant zijn goedgekeurd. Origineeltoebehoren en originele onderdelenstaan er borg voor dat het apparaat vei-lig en storingsvrij gebruikt kan worden.– Een selectie van de meest frequent be-nodigde reserveonderdelen vindt u ach-teraan in de gebruiksaanwijzing.– Verdere informatie over reserveonder-delen vindt u op www.kaercher.com bijService. GevaarWijst op een onmiddellijk dreigend gevaar.In geval van niet-naleving van de instructiedreigen ernstige en zelfs dodelijke verwon-dingen. WaarschuwingWijst op een eventueel gevaarlijke situatie.In geval van niet-naleving van de instructiekunnen lichte verwondingen of materiëleschade optreden.InstructieWijst op gebruikstips en belangrijke infor-matie.InhoudsopgaveVeiligheidsinstructiesAlgemene aanwijzingenRijfunctieApparaten met verbrandingsmotorAccessoires en reserveonderdelenSymbolen in de gebruiksaanwijzing