N-ivInformatie over de batterij:De Li-ion-batterij bevat ontvlambare substanties zoals organischeoplosmiddelen. Verkeerd gebruik van de batterij kan leiden totbreuk van de batterij, waardoor brandgevaar of hoge temperaturen,verslechtering van de prestatie of andere beschadigingen kunnenoptreden. Houd u zich aan de volgende waarschuwingen.• De batterij niet uit elkaar halen of anders samenstellen!De batterij bevat een veiligheidsfunctie en -circuit ter voorkoming van gevaar.Als deze ernstig worden beschadigd, kan dit leiden tot hitte- of rookvorming,breuk of brand.• De batterij niet kortsluiten!De + en –polen niet verbinden met behulp van metaal (zoals een paperclipof ijzerdraad). Houd of bewaar de batterij niet in houders die metalenvoorwerpen bevatten (zoals ijzerdraad, kettingen of haarspelden). Alsde batterij kortsluit, veroorzaakt dit een te hoge stroom wat kan leiden tothitte- of rookvorming, breuk of brand. Hierdoor worden tevens metalenvoorwerpen verhit.• De batterij niet verbranden of blootstellen aan hitte!Als het isolatiemateriaal smelt, wordt de gasventilator of de veiligheidsfunctiebeschadigd. Hierdoor kan ook de elektrolyt gaan branden en kan hitte- ofrookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.• De batterij niet plaatsen in de buurt van vuur, kachels of anderewarmtebronnen (ruimtes met temperaturen van meer dan 80 °C/ 176 °F)!Als de polymeerafscheiding smelt als gevolg van hoge temperaturen, kaner een interne kortsluiting ontstaan in de afzonderlijke cellen en kan hitte- ofrookvorming, breuk of brand bij de batterij ontstaan.• Leder contact van de batterij met water of vocht vermijden!Als de batterij nat wordt, droog deze af met een droge doek voor gebruik.Als het veiligheidscircuit van de batterij is beschadigd, laadt de batterijop met een extreem hoge stroom (of spanning) en kunnen er abnormalechemische reacties ontstaan. Er kan hitte- of rookvorming, breuk ofbrand bij de batterij ontstaan.GEVAAR