N-iiVOORZORGSMAATREGELENNeem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om brand, lichamelijk letsel en schadeaan de zendontvanger te vermijden.• Niet trachten de zendontvanger te configureren terwijl u het voertuig bestuurt, dat is te gevaarlijk.• Haal in geen geval de zendontvanger uit elkaar en breng geen wijzigingen aan.• Stel de zendontvanger niet gedurende lange perioden bloot aan direct zonlicht en plaats hem nooitdicht bij verwarmingsapparaten.• Als de zendontvanger een abnormale geur of rook verspreidt, schakel hem dan onmiddellijk uit enneem contact op met uw KENWOOD-dealer.• Gebruik van de zendontvanger tijdens het rijden kan in strijd zijn met de verkeersregels. Controleeren volg de verkeersregels die van kracht zijn waar u zich bevindt.• Gebruik geen opties die niet gespecificeerd zijn door KENWOOD.◆ De zendontvanger werkt alleen in 12 V-systemen met negatieve aarding! Controleer de polariteit van debatterij en de spanning van het voertuig alvorens de zendontvanger te installeren.◆ Gebruik alleen de bijgeleverde gelijkstroomkabel of een optionele KENWOOD-gelijkstroomkabel.◆ De zekeringhouder van de gelijkstroomkabel niet afsnijden of verwijderen.Voor de veiligheid van de passagiers, installeer de zendontvanger stevig met behulp van de bijgeleverdemontagebeugel en schroevenset, op dusdanige wijze dat de zendontvanger niet los kan raken bij een botsing.INHOUDSOPGAVEAAN DE SLAG ..........................................................................................................1EERSTE KENNISMAKING .......................................................................................3PROGRAMMEERBARE FUNCTIES ........................................................................4BASISBEDIENING ...................................................................................................5SCAN ........................................................................................................................6DTMF-OPROEPEN ..................................................................................................7SIGNALERING .........................................................................................................8FleetSync: ALLFANUMERIEKE-2-WEGS OPROEPFUNCTIE ................................95-TOON-SIGNALERING.........................................................................................10GEAVANCEERDE BEDIENINGEN .........................................................................10BEDIENINGEN IN (OP) DE ACHTERGROND .......................................................13WAARSCHUWINGLET OP