N-12BATTERIJ OPLADENLET OP:◆ Schakel een zendontvangapparaat dat is uitgerust met een batterij altijdUIT voordat u het zendontvangapparaat in de lader steekt.1 Sluit het snoer van de wisselstroomadapter aan in deadapteraansluiting die zich aan de achterkant van de laderbevindt.2 Sluit de wisselstroom-adapter aan op een stopcontactvoorwisselstroom.3 Schuif een batterij of een zendontvangapparaat dat is uitgerustmet een batterij in de daarvoor bestemde in de laadgleuf.• Zorg ervoor dat de metalen contactpunten van de batterij stevig in deaansluitingspunten van de lader passen.• De indicator licht rood op en het opladen begint.Indicator4 Wanneer het opladen is voltooid, brandt het indicatielampjegroen. Verwijder de batterij of het zendontvangapparaat uit in delaadgleuf.• Het opladen van de batterij duurt ongeveer 3 uur.• Wanneer de lader lange tijd niet wordt gebruikt, dient u dewisselstroomadapter uit het wisselstroomstopcontact te verwijderen.Opmerking:◆ De batterij is defect of de contactpunten maken geen goed contact metde contactpunten van de lader wanneer de indicator rood knippert.◆ Wanneer de indicator groen en oranje knippert, is de temperatuur voorhet starten van het opladen van de batterij onjuist. Verwijder de batterijvan de lader en wacht totdat deze op normale temperatuur is alvorens debatterij op te laden.◆ De omgevingstemperatuur voor het opladen moet tussen 5°C en 40°Czijn. Bij afwijkende temperaturen wordt de batterij mogelijk niet geheelopgeladen.◆ De levensduur van de batterij is bereikt wanneer de gebruikstijd met eengeheel en juist opgeladen batterij aanzienlijk korter wordt. Vervang de batterij.