33 NEDERLANDSJuiste aandraaimoment voor standaard bout12010080604020M14M12M10M8N•m21(kgf•cm)(1224)(1020)(816)(612)(408)(204)0140(1428)1 2 3M16M16M14M12M10M81. Aandraaitijd (seconden) 2. AandraaimomentJuiste aandraaimoment voor standaard bout methoge trekvastheid0 1 2 3M12M10160(1632)140(1428)120(1224)100(1020)80(816)60(612)40(408)20(204)M8M12M10M8N•m(kgf•cm)211. Aandraaitijd (seconden) 2. AandraaimomentHoud het gereedschap stevig vast en plaats de puntvan het schroefbit in de schroefkop. Oefen zoveelkracht op het gereedschap uit als nodig is om hetschroefbit op zijn plaats te houden. Schakel vervolgenshet gereedschap in om de bediening te starten.KENNISGEVING: Als u een reserveaccugebruikt om de werkzaamheden voort te kunnenzetten, geeft u het gereedschap minstens 15minuten rusttijd.OPMERKING: Gebruik altijd het bit dat geschikt isvoor de kop van de aan te draaien schroef/bout.OPMERKING: Voor het vastdraaien van eenM8-formaat of kleinere schroef, regelt u de druk opde trekkerschakelaar zorgvuldig zodat de schroef nietbeschadigd wordt.OPMERKING: Houd het gereedschap vooral recht opde schroef.OPMERKING: Als de slagkracht te hoog is, zal deschroef langer worden aangedraaid dan aangegevenin de afbeeldingen, en dan kan de schroef of de kopvan het schroefbit overbelast, vervormd of bescha-digd worden. Alvorens u aan het werk gaat, dient ualtijd even proef te draaien om de juiste aandraaitijdvoor uw type schroef te bepalen.Het aandraaimoment wordt beïnvloed door een grootaantal verschillende factoren, waaronder de volgende.Controleer na het vastdraaien altijd het aandraaimo-ment met een momentsleutel.1. Wanneer de accu bijna leeg is, neemt de spanningaf en vermindert het aandraaimoment.2. Schroefbit of schroefdopHet aandraaimoment vermindert als u niet eenschroefbit of schroefdop van de juiste maatgebruikt.3. Bout• Zelfs wanneer het koppelcoëfficiënt over-eenkomt met de boutklasse, hangt het juisteaandraaimoment af van de boutdiameter.• Zelfs wanneer de boutdiameters gelijk zijn,hangt het juiste aandraaimoment af vanhet koppelcoëfficiënt, de boutklasse en deboutlengte.4. De manier van vasthouden van het gereedschapen de positie waar de schroef in het materiaalwordt gedraaid, hebben een invloed op hetaandraaimoment.5. Bij lagere toerentallen wordt ook het aandraaimo-ment kleiner.