De bladblazer bedienen1. Tijdens het werken met de bladblazer kunt u de gastrekker/gashendel zo instellen dat de blaasluchtdruk precies goed is voor deomstandigheden waaronder u werkt.2. Het motortoerental instellen.Voor het model met buisgashendel: Het motortoerental kan wordenverhoogd door de gastrekker verder in te knijpen. Om het motortoe-rental te verlagen, laat u de gastrekker iets los.Met de ‘cruise control’-functie kan de gebruiker het motortoerentalconstant houden zonder de gastrekker ingeknepen te moeten hou-den. Om het motortoerental te verhogen, zet u de stophendel in destand voor hoog toerental. Om het motortoerental te verlagen, zet ude stophendel in de stand voor laag toerental.21► 1. Gastrekker 2. StophendelVoor het model met heupgashendel: Om het motortoerental teverhogen, zet u de gashendel in de stand voor hoog toerental. Omhet motortoerental te verlagen, zet u de gashendel in de stand voorlaag toerental.1► 1. GashendelDe bladblazer vervoerenLET OP: Voordat u de bladblazer gaat vervoeren, zet ualtijd eerst de motor uit.KENNISGEVING: Ga niet op de bladblazer zitten of staan enplaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor kan het apparaatworden beschadigd.KENNISGEVING: Zorg bij vervoer en opslag voor dat de blad-blazer rechtop staat. Bij vervoer of opslag in een andere standdan rechtop, kan olie in de motor van de bladblazer lekken. Dat kanleiden tot olielekkage uit het apparaat en witte rook door het ver-branden van olie, en het luchtfilter kan vuil worden door de olie.KENNISGEVING: Bij verplaatsen mag u de bladblazer nietslepen. Anders kan de behuizing van de bladblazer wordenbeschadigd.ONDERHOUDLET OP: Alvorens onderhouds- en inspectiewerkzaam-heden uit te voeren, zet u de motor uit en laat u die afkoelen.Verwijder de bougie en de bougiekap. Als u dit nalaat, loopt ude kans op brandwonden of ernstig letsel als de motor onverwachtstart.LET OP: Controleer na inspectie of onderhoud zorgvuldigof alle onderdelen gemonteerd zijn.De motorolie verversenLET OP: De motor zelf en de motorolie zijn nog heet vlaknadat de motor is uitgezet. Als u de motorolie wilt gaan verver-sen, moet u eerst controleren of de motor zelf en de motorolievoldoende zijn afgekoeld. Doet u dat niet, dan bestaat het gevaardat u zich verbrandt. Wacht na het uitzetten van de motor nog evenzodat de motorolie is teruggekeerd naar de olietank, om een juisteaflezing op de oliepeilaanduiding te garanderen.LET OP: Als u olie bijvult tot boven de aangegeven boven-grens, kan het apparaat verontreinigd raken of witte rook uit-stoten door het verbranden van olie.KENNISGEVING: Gooi afgewerkte motorolie nooit weg methet huisvuil en loos het nooit in de natuur of in het riool. Hetweggooien van olie is wettelijk geregeld. Volg altijd de geldendewetten en regelgeving wanneer u motorolie wilt weggooien. Neemcontact op met een erkend servicecentrum als u hieromtrent vragenhebt.KENNISGEVING: Ook wanneer olie ongebruikt wordt opge-slagen, zal de olie op den duur verslechteren. Controleer eninspecteer de olie regelmatig (vervang de olie elke 6 maanden doornieuwe).Verslechterde motorolie verkort de levensduur van de schuivende enroterende onderdelen aanzienlijk. Vergeet niet te controleren wan-neer en hoeveel olie ververst moet worden.VerversingsintervalNa de eerste 20 bedrijfsuren, en daarna om de 50 bedrijfsuren.Aanbevolen motorolie• Originele Makita 4-taktmotorolie of• SAE 10W-30 olie van API-classificatie SF-klasse of hoger(4-taktmotorolie voor auto’s)79 NEDERLANDS