NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING12 FLOORTEC 560 P 146 2592 000(1)2005-03 AHOOGTE EN WERKING VAN DE FLAPSCONTROLEREN1. Zet de machine op een vlakke ondergrond die alsreferentieoppervlak kan dienen om de juiste hoogtevan de flaps te controleren.2. Schakel indien aanwezig het rempedaal (25, Afb. C)in.3. Haal de contactsleutel uit de machine (2, Afb. B)Zijflaps controleren4. Controleer of de zijflaps heel zijn (12 en 13, Afb: C).Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meerdan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm inzitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervangingvan de flaps).5. Controleer of de zijflaps heel zijn (13 en 14, Afb: C)nul tot 3 mm is (zie afbeelding O). Stel zo nodig dehoogte van de flaps bij en ga hierbij als volgt te werk:Linkerflap:– doe de motorkap omhoog; draai de knop los (3,Afb. E) en verwijder de afdekking links (1, Afb. F)van de borstel, trek hem naar buiten om hem uitde stops los te halen(2).– Stel de hoogte van de flaps af (3, Afb. F) metbehulp van de openingen (4).– Monteer de verwijderde onderdelen in deomgekeerde volgorde van demontage.Rechterflap:– Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffendedeel.– Trek de riem (17, Afb. U) van de poelie (21); hetgaat gemakkelijker als u de poelie (21) handmatigop de ventilator (24) draait.– Draai de schroeven (24, Afb. C) los en verwijderde afdekking rechts (23) samen met de riem (17,Afb. U).– Stel de hoogte van de flaps (1, Afb. S) af metbehulp van de openingen (2).– Monteer de verwijderde onderdelen in deomgekeerde volgorde van demontage.Voor- en achterflap controleren6. Verwijder de hoofdborstel, zie het betreffende deel.7. Controleer of de voorflaps (1, Afb. R) en deachterflaps (2) intact zijn.8. Vervang de flaps als er scheuren (1, Afb. N) van meerdan 20 mm of breuken (2) van meer dan 10 mm inzitten (zie de werkplaatshandleiding voor vervangingvan de flaps).9. Controleer of:– de voorflap (1, Afb. R) moet licht contact makenmet de vloer en mag niet loskomen van de vloer(zie afbeelding P).– de achterflap (2, Afb. Q) moet 0 tot 3 mm van degrond staan. (zie afbeelding O)10. Stel eventueel de hoogte van de flaps af met behulpvan de openingen (3, Afb. R).11. Gebruik de hendel voor het omhoogbrengen van devoorflap (31, Afb. C) en controleer of de voorflap (1,Afb. R) ongeveer 90° omhoog draait (zie deafbeelding); laat de hendel los en controleer of de flapin de beginpositie gaat en niet blijft hangen. Zie indiennodig het deel 'Afstelling of vervanging van de kabelvoor de bediening van de voorflap' in dewerkplaatshandleiding.12. Monteer de verwijderde onderdelen in deomgekeerde volgorde van demontage.WERKING VEILIGHEIDSSCHAKELAARVOOR OPENING VAN DE MOTORKLEPCONTROLERENTerwijl de benzinemotor draait, brengt u de motorklep ietsomhoog (5, Afb. C) en controleert u of de benzinemotormeteen stopt.Als de motor bij het openen van de motorklep (5, Afb. C)niet meteen stopt, moet u onmiddellijk contact opnemenmet een bevoegd servicecentrum of bij een bevoegdeleverancier.