GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDSRS 850 33014576(4)2008-02 A 19DE MACHINE STARTEN EN STOPPENDe machine mag worden gestart om te worden opgesteld:in verplaatsingmodusin werkmodusHierna worden de betreffende werkzaamheden beschreven.LET OP!Verander tijdens het sturen niet plotseling van richting, let altijd goed op en stuur altijd bij lage snelheden,vooral als de afvalcontainer vol is of als de machine op een helling staat.WAARSCHUWING!Voordat u begint met het verplaatsen, moet u de bandenspanning controleren [5 Bar (72,5 psi)] en de bandenwaar nodig oppompen.De machine opstellen in de verplaatsingmodusBij het verplaatsen van de machine (zonder veegwerkzaamheden) is het noodzakelijk de verplaatsingmodus op te stellen door alsvolgt te werk te gaan:Start de dieselmotor zoals werd beschreven in het vorige deel.Controleer of de afvalcontainer (7, Afb. G) omlaag staat en dat het betreffende controlelampje (18, Afb. D) uit is.Controleer of de aanzuigventilator uit is, zie de hendel (8, Afb. E).De aanzuigmond en de zijborstels omhoog brengen door op de knop te drukken (38, Afb. D).Controleer of de handrem (13, Afb. E) is ingeschakeld.Uit de machine komen en de beveiligingsarm van de derde borstel van positie (2, Afb. H) (uitgeschakeld) in positie (1)(ingeschakeld) zetten door de tand (3) in de stang (4) te bevestigen.Zet de gashendel voor de motor (16, Afb. E) langzaam naar voren en stel het toerental op het display (17, Afb. D) af op 2.600toeren/min.Start de verplaatsing door de machine met de handen op het stuur (28, Afb. D) te bewegen. Druk geleidelijk op het voorstedeel van het pedaal (26) om de machine voorwaarts te bewegen of op het achterste deel om de machine achterwaarts tebewegen.De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.LET OP!Vergeet niet dat de achteras wordt aangedreven. Controleer altijd in de spiegels of er voldoende ruimte is om temanoeuvreren.LET OP!Voordat u over een obstakel (bijvoorbeeld trottoirs) rijdt, moet u de aanzuigmond omhoog brengen.De machine stoppen in de verplaatsingmodusLaat het pedaal (26, Afb. D) los om de machine te stoppen.Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (31) in.Zet de gashendel van de motor (16, Afb. E) in de minimale stand en laat de hendel enkele minuten in deze stand staan om hetsysteem te stabiliseren.Doe de motor uit door de contactsleutel (24, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.Trek de parkeerrem met de hendel (13, Afb. E) aan.––1.2.3.4.5.6.7.8.1.2.3.4.5.