NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING16 146 2559 000(2)2007-02 A SR 1100S PDE AFVALCONTAINER LEGENStop de machine en laat het gaspedaal los.Zet de contactsleutel (2) in stand '0'.Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.Haal de haak (18) los door aan het kortste uiteinde te trekken.Verwijder de afvalcontainer (17) met de handgreep (19) en koppel deze los uit de binnengeleiders.Stort het vuil in de daarvoor bestemde verzamelbakken. In de afvalcontainer kunnen twee containers (optioneel) methandgreep (36) aanwezig zijn om het legen van het afval gemakkelijker te maken.Plaats waar van toepassing de containers met handgreep (36) terug.Monteer de afvalcontainer (17) door deze uit de binnengeleiders te ontkoppelen en daarna weer met de haak (18) tebevestigen.De machine is weer klaar voor gebruik.NA GEBRUIK VAN DE MACHINENa de werkzaamheden en voordat u de machine achterlaat moeten de volgende handelingen worden uitgevoerd.Breng de zijborstels omhoog met behulp van de hendel (91).Zet de hoofdborstel omhoog met de hendel (92).Schakel de fi lterschudder in door middel van de schakelaar (85).Leeg de afvalcontainer (17) (zie de procedure in het vorige deel).Verwijder de contactsleutel (82).Schakel de parkeerrem in door op het pedaal (3) te drukken en de hendel (4) in te schakelen.DUW-/TREKBEWEGING VAN DE MACHINEVoor duw-/trekbewegingen bij een uitgeschakelde machine hoeft er geen verdere handeling te worden uitgevoerd.LANGE PERIODE VAN STILSTANDAls de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is het raadzaam de volgende handelingen uit te voeren:Controleer of de opbergruimte van de machine schoon en droog is.Ontkoppel de minkabel van de accu's (43).Behandel de benzinemotor zoals wordt beschreven in de betreffende handleiding.EERSTE GEBRUIKSPERIODENa de eerste gebruiksperiode (de eerste 8 uur) moet u de volgende handelingen uitvoeren:Controleer de bevestiging van de bevestigings- en aansluitingsonderdelen.Controleer of de zichtbare onderdelen intact zijn en geen vloeistof lekken.Na de eerste 20 bedrijfsuren of na de eerste maand moet de olie van de motor worden ververst (zie de handleiding van debenzinemotor).ONDERHOUDDe levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifi ekewerkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij eenbevoegd servicecentrum.In deze handleiding staan na het onderhoudsschema alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudsprocedures.De procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het schema voor normaal en buitengewoon onderhoud staan, vindtu in de servicehandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.LET OP!De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine (sleutel verwijderd)en, wanneer hierom wordt gevraagd, met ontkoppelde accu's.Lees eerst aandachtig de instructies in het hoofdstuk Veiligheid door, voordat u de onderhoudswerkzaamhedenuitvoert.1.2.3.4.5.6.7.8.1.2.3.4.5.6.1.2.3.––