21U kunt het positioneringsinterval opgeven als de ontvanger is bevestigdof aangesloten op een camera die beschikt over de optie [InstellingenGPS-systeem] in het menu. Hoe korter het interval, hoe nauwkeurigerde locatiegegevens voor de beelden. De batterij raakt dan wel snellerleeg.De locaties van camera's zonder deze menuoptie worden elke 15seconden bepaald, en deze intervaltijd kan worden gewijzigd met MapUtility (GP-E2-software, p. 29).1 Selecteer [Instellingen GPS-systeem].Stel op de EOS-1D X en anderemodellen waarop u het volgendescherm ziet, de optie [GPS-systeem]in op [Inschakelen] en selecteervervolgens [Instellingen GPS-systeem].2 Selecteer [Timing positie-update].3 Selecteer de tijd.Het positioneringsinterval instellen