NL-6Het luchtfilter reinigenNeem contact op met gekwalificeerd onderhoudspersoneel voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden waarbijhet nodig is om kappen te verwijderen.Controleer regelmatig de luchtfilters en reinig ze indien nodig om goede prestaties te houden.Van achteren geventileerde installatie:Verwijder de schroeven waarmee het filter is bevestigd(2 schroeven) en haal het filter van de unit af uit de unit.Als u een unit heeft gekocht die naar achterenventileert, haalt u het filter er in de richting uit die doorde pijlen op de volgende tekening worden aangegeven.Installatie met dalende ventilatie:Druk het filter enigszins omhoog om de positiehouderuit de flensgaten te laten komen en neem het filteruit in de richting van de hieronder afgebeelde pijl.Als u een unit heeft gekocht die naar beneden ventileert,haalt u het filter er in de richting uit die door de pijlenop de volgende tekening worden aangegeven.Voorbereiding voor opslag[langere perioden dat de unit niet wordt gebruikt]1. Reinig de luchtfilters2. Gebruik in een vochtige omgevingde 'Fan only'-modus alleen totdat de unit droog is.3. Zet de airconditioner uit met de afstandsbedieningen verwijder de batterijen.4. Onderbreek de stroomtoevoer van de unit.Opmerking:De kant van de luchtinlaat moet naar boven toe wijzenals u de unit met een stofzuiger reinigt.De kant van de luchtinlaat moet naar beneden toe wijzenals u de unit met water reinigt.Opnieuw gebruiken na opslag1. Controleer of de luchtinlaat of luchtuitlaat wordt geblokkeerd.2. Reinig de luchtfilters.3. Controleer op beschadigde draden of correcte aarding.4. Sluit de voeding van de unit weer aan.5. Wacht 24 uur wanneer de omgevingstemperatuur laag is.6. Plaats de batterijen weer in de afstandsbedieningen zet de unit aan.3. VERZORGING EN ONDERHOUDVOORZICHTIGHaal het apparaat VAN DE STROOM af VOORDAT u begint met het reinigen of uitvoeren van onderhoud.Gebruik een zachte, vochtige doek voor het reinigen van het rooster, de behuizingen de afstandsbediening.Neem altijd contact op met gekwalificeerd servicepersoneel om reparaties of enigonderhoudswerk dat niet door de gebruiker kan worden gedaan, uit te voeren, zoals diepereiniging, smering en functiecontroles van essentiële onderdelen.Reinig het luchtfilterHet luchtfilter kan worden gereinigd met een stofzuiger of met schoon water. Als er sprake is van overmatige ophopingvan stof, reinig de unit dan met een mild wasmiddel en laat het op een koele plek drogen. Zet het luchtfilter er weerin de omgekeerde volgorde zoals hierboven beschreven in.