1. Reinig de luchtfilters2. Gebruik in een vochtige omgeving de 'Fan only'-modus alleen totdatde unit droog is.3. Zet de airconditioner uit met de afstandsbediening en verwijderde batterijen.4. Koppel de unit los van de voeding.Opnieuw in gebruik stellen na opslagSpeciaal filterVOORZICHTIG3. VERZORGING EN ONDERHOUDAlgemene reinigingGebruik een zachte vochtige doek voor het reinigen van het rooster, de behuizing en de afstandsbediening.- Geen chemische stoffen zoals schoonmaakmiddelen, oplosmiddelen, schuurmiddelen.- Geen warmte (boven 40 °C)Het luchtfilter reinigenControleer regelmatig de luchtfilters en reinig ze indien nodig om goede prestaties te houden.- Duw de twee schakelaars tegelijkertijdin en open vervolgens het paneel.- Neem het filter af. Maak de vergrendelingvan het kleine speciale filter los- Reinig het luchtfilterHet luchtfilter kan worden gereinigd met een stofzuiger of met schoon water. Als er sprake is van overmatige ophoping van stof,reinig de unit dan met een mild wasmiddel en laat het op een koele plek drogen. Plaats het luchtfilter en het inlaatrooster terugin de omgekeerde volgorde als hierboven beschreven.Voorbereiding voor opslag[langere perioden dat de unit niet wordt gebruikt]OPMERKING:De kant van de luchtinlaat moet naar boven toe wijzenals u de unit met een stofzuiger reinigt.De kant van de luchtinlaat moet naar beneden toe wijzenals u de unit met water reinigt.Het kleine speciale filter moet van tijd tot tijd worden vervangen.VERBREEK DE VERBINDING met de stroombron VOORDAT u reinigings-of onderhoudswerkzaamheden gaat uitvoeren!Gebruik een zachte vochtige doek voor het reinigen van het rooster, de behuizingen de afstandsbediening.Neem altijd contact op met gekwalificeerd personeel voor reparatie- of onderhoudswerkzaamheden die niet doorde gebruiker kunnen worden uitgevoerd, zoals diepe reiniging, smering, en controle van de werking van kritiekeonderdelen.NL-61. Controleer of de luchtinlaat of luchtuitlaat wordt geblokkeerd.2. Reinig de luchtfilters3. Controleer op beschadigde draden of correcte aarding.4. Sluit de voeding van de unit weer aan5. Wacht 24 uur wanneer de omgevingstemperatuur laag is.6. Plaats de batterijen weer in de afstandsbediening en zet de unit aan.