Aansluitingen van het instrumentAfbeelding 1 Aansluitingen - paneelmontage (links); voor wand-/buismontage (rechts)1 Netsnoer 6 Sensoraansluiting2 Ethernetkabelwartel 7 Aansluiting externe druksensor3 Host-aansluiting USB-A 8 Kabelwartel ingang/uitgang 24 4-pinsaansluiting USB-B voor 9 Vergrendeling (voor wand-/buismontage)5 Kabelwartel ingang/uitgang 1Instructies voor het uitvoeren van de aansluitingenG E V A A RElektrocutiegevaar. Om de NEMA/IP-classificatie van de behuizing te behouden, mogen er voor hetleggen van kabels in het instrument uitsluitend doorvoertules en kabelwartels worden gebruikt die tenminste voldoen aan NEMA 4X/IP66.Instructies voor het gebruik van kabelwartelsVoor elke kabel die binnenin het instrument aangesloten moet worden, is een waterdichtekabelwartel voorzien. De vernikkelde messing kabelwartels voldoen aan de EMC-norm en zijnzodanig ontworpen dat de kabelafscherming direct aan de behuizing van het instrument bevestigdwordt als massa. Hieronder volgen de instructies voor de standaardkabelaansluiting.1. Draai de moer van de kabelwartel los. Binnenin bevinden zich een rubberen dichting en tweemetalen sluitringen. Wij wijzen u erop dat de Ethernetwartel op de instrumenten voor wand- enbuismontage geen sluitringen heeft en de dichting ingekerfd is.2. Bij het aanleggen van een sensorkabel is de kabel reeds voorbereid; u hoeft alleen de plasticbescherming van de blootliggende afscherming te verwijderen. Bij andere kabels moet u debuitenisolatie afstrippen naar behoefte en 25 mm van de afscherming. Strip de draden ongeveer8 mm vanaf hun uiteinden.3. Trek de kabel door de moer, de rubberen dichting en de twee sluitringen.4. Druk de afscherming samen zodat deze helemaal tussen de twee sluitringen geklemd wordt entrek de kabel in de behuizing waardoor de kabelwartel vast komt te zitten.Nederlands 145