Optie BeschrijvingZero calibration bottle (flesnulpuntkalibratie)Zorg ervoor dat deze optie uitgeschakeld is door het vakje niet aan te vinken,aangezien dit niet relevant is voor deze sensor.Stop parameters(parameters voor stoppen)Druk op deze toets om de bestaande waarden te bekijken of te wijzigen of destandaardwaarden te resetten. Het wordt ten zeerste aanbevolen dezeparameters op hun standaardwaarden te laten staan. Deze waarden zijn vantoepassing voor handmatige kalibraties met optie Auto-End ingeschakeld.Configuratie van handmatige kalibratie1. Stel de parameters voor de handmatige sensorkalibratie:Optie BeschrijvingCalibration mode(kalibratiemodus)Selecteer Zero calibration (nulpuntkalibratie) of High level adjustment(aanpassing op hoog niveau). Bij gebruik van een sensor met hoog bereik iser ook de optie voor kalibreren in 100% vochtige lucht.Opmerking: Bij nulpuntkalibratie of kalibratie in 100% vochtige lucht zijn geenandere parameters nodig. De volgende zijn alleen vereist voor kalibratie bijhogere concentratie.Cal. sample(kalibratiemonster)Instelbaar op In line sample (inlinemonster), Gas bottle (gasfles) of Factoryparameters (fabrieksparameters). Bij een keuze voor Factory parameters(fabrieksparameters) wordt de Ksv-waarde weergeven, maar deze kangewijzigd worden.Deze aanvullende parameters zijn nodig als In line sample of Gas bottlegeselecteerd is als kalibratiemonster:Medium Staat automatisch ingesteld op Liquid (vloeistof) als In line sample alskalibratiemonster geselecteerd is of op Gas als Gas bottle geselecteerd is.Gas unit type (typegaseenheid)Voor een inlinemonster zijn Partial (gedeeltelijk) of Dissolved (opgelost)beschikbaar. Als "Gas bottle" geselecteerd is, dan is dit ingesteld op Fraction(fractie).Gas unit (gaseenheid) De lijst van beschikbare eenheden is afhankelijk van het hierbovengeselecteerde type eenheid.Liquid (vloeistof) Dit is standaard Water voor K1200-sensoren.Reference value(referentiewaarde)Voer de referentiewaarde voor de kalibratie in.NulpuntkalibratieBij deze methode moet de sensor uit het monster verwijderd worden en blootgesteld worden aanzuiver N2-gas. Wij adviseren om gebruik te maken van het speciaal hiervoor ontworpen draagbarekalibratieapparaat.Druk op Start om de kalibratie te starten.Er verschijnt een scherm met de gemeten waarden en de tijd die de kalibratie geduurd heeft. Dezewaarden worden continu ververst.De waarde % last calibration is informatie die het verschil aangeeft tussen de huidige en de vorigesensorkalibratie.De velden Signal within range en Stability reached geven aan of de kalibratie binnenaanvaardbare grenswaarden valt. Als bij beide velden YES staat, druk dan op Finish om de nieuwekalibratie te accepteren. Als bij één veld of beide velden NO staat, dan kunt u nog wel een kalibratieuitvoeren; dit wordt echter afgeraden en de kalibratie moet beëindigd worden door op de toetsCancel te drukken.Als een kalibratie mislukt, kunt u ongeveer 5 minuten later een nieuwe kalibratie proberen. Misluktook de tweede poging, neem dan contact op met uw Hach-vertegenwoordiger voor advies.Opmerking: Als de optie Auto-End ingeschakeld is dan wordt de kalibratie als geslaagd beschouwd als voldaanwordt aan de parameters opgegeven bij Stop parameters.Nederlands 159