Hoofdstuk 2. Aan de slag 7EnergiebesparingIn de documentatie bij het beeldscherm kunt u opzoeken of het beeldscherm eenfunctie voor energiebesparing heeft. Een dergelijke functie wordt vaak DisplayPower Management Signaling (DPMS) genoemd. Als u DPMS gebruikt, gaat hetbeeld uit nadat u de computer een bepaalde, vooraf ingestelde tijd niet actief hebtgebruikt. Om het beeld weer op te roepen, drukt u op de Shift-toets of beweegt u demuis.Als het beeldscherm over een functie voor energiebesparing beschikt, kunt u deinstellingen daarvoor opgeven via het Configuratiescherm van Windows. Zie“Automatic Power On” op pagina 37 voor instructies.Beeldscherminstellingen wijzigenDe eerste keer dat u de computer aanzet, worden er automatisch een aantalinstellingen voor het beeldscherm gekozen. Als uw beeldscherm DDC (DisplayData Channel) ondersteunt, selecteert de computer automatisch de hoogsteverversingsfrequentie die op het beeldscherm mogelijk is. De verversingsfrequentiebepaalt hoe vaak het beeld op het scherm opnieuw wordt getekend. U kunt dezeinstelling zelf wijzigen.Hebt u een beeldscherm aangeschaft dat DDC niet ondersteunt, dan wilt u deverversingsfrequentie misschien wijzigen. Maar ook als uw beeldscherm wél DDCondersteunt, wilt u wellicht wijzigingen aanbrengen in een of meer eigenschappenvan het beeldscherm.De eigenschappen van het beeldscherm aanpassenMet Windows kunt u onder andere de schermresolutie, het aantal kleuren, deverversingsfrequentie en de grootte van de letters aanpassen.Als u hulp nodig hebt bij het aanpassen van de eigenschappen van hetbeeldscherm, klikt u op het vraagteken rechtsboven in het venster waarin u dewijzigingen aanbrengt. De muisaanwijzer verandert dan in een vraagteken. Klikvervolgens op het venstergedeelte waarover u meer informatie wenst. Als er overdat onderdeel informatie beschikbaar is, wordt die direct afgebeeld.