«1¬ USB Hierop kunt u een USB-apparaat (Universal Serial Bus)aansluiten, zoals een USB-scanner, USB-printer of een PDA(Personal Digital Assistant).«2¬ Serieel Hierop sluit u een externe modem, een seriële printer ofeen ander apparaat met een 9-pens seriële aansluiting aan.«3¬ S-video Deze aansluiting is aanwezig op bepaalde high-perfor-mance videoadapters. Hierop sluit u een televisie met eenS-Video-aansluiting aan.«4¬ Parallel Hierop sluit u een parallelle printer of een ander apparaatmet een 25-pens parallelle aansluiting aan.«5¬ Ethernet Hiermee kunt u uw computer aansluiten op een Ethernet-LAN of een kabelmodem.BelangrijkOm de computer te laten voldoen aan de FCC-richtlijnen dient u voor de verbinding met eenEthernet-netwerk een Ethernet-kabel van categorie 5te gebruiken.«6¬ MIDI/joystick Op deze aansluiting kunt u een joystick, gamepad of eenMIDI-apparaat (musical instrument digital interface) zoalseen MIDI-klavier, aansluiten.«7¬ IEEE 1394 Deze aansluiting wordt soms Firewire genoemd, vanwegede hoge snelheid waarmee de gegevens worden getrans-porteerd. Er zijn twee soorten IEEE 1394-aansluitingen: een4-pens en een 6-pens. Hierop kunt u allerlei soortenconsumentenelektronica aansluiten, zoals digitale audio-apparatuur, scanners en andere apparaten.«8¬ S/PDIF Via de S/PDIF-aansluiting kunt u digitale consumenten-apparatuur aansluiten, zoals een DAT-recorder (digitalaudio tape), een CD-station of enig ander S/PDIF-compati-bel apparaat.10. Sluit de netsnoeren aan op correct geaarde stopcontacten.Opmerking: Meer informatie over aansluitingen vindt u in Access IBM op hetbureaublad.Hoofdstuk 2. De computer installeren 9