– 1Lees vóór het eerste gebruikvan uw apparaat deze originelegebruiksaanwijzing, ga navenant te werken bewaar hem voor later gebruik of vooreen latere eigenaar.Zie omslagpagina1 Apparaatkap2 Bevestigingsschroef apparaatkap3 Apparaatschakelaar4 Oliepeilindicatie5 Oliereservoir6 Fijn filter7 Wateraansluiting8 Hogedrukaansluiting EASY!Lock9 Wartelmoer10 Sproeier11 Hogedrukslang EASY!Lock12 Straalbuis EASY!Lock13 Veiligheidshendel14 Hendel15 Veiligheidspal16 Handspuitpistool EASY!Force17 Manometer– Bedieningselementen voor het reini-gingsproces zijn geel.– Bedieningselementen voor het onder-houd en de service zijn lichtgrijs.– Voor de eerste inbedrijfstelling veilig-heidsinstructies nr. 5.951-949.0 in elkgeval lezen!– Overeenkomstige nationale voorschrif-ten van de wetgever voor stralers vanvloeistoffen in acht nemen.– Overeenkomstige nationale voorschrif-ten van de wetgever inzake ongevallen-preventie in acht nemen. Stralers vanvloeistoffen moeten regelmatig gecon-troleerd worden en het resultaat van decontrole moet schriftelijk vastgelegdworden.– U mag geen veranderingen aan het ap-paraat / de toebehoren aanbrengen. GEVAARVerwijzing naar een onmiddellijk dreigendgevaar dat tot ernstige en zelfs dodelijke li-chaamsverwondingen leidt. WAARSCHUWINGVerwijzing naar een mogelijke gevaarlijkesituatie die tot ernstige en zelfs dodelijke li-chaamsverwondingen kan leiden. VOORZICHTIGVerwijzing naar een mogelijk gevaarlijke si-tuatie die tot lichte verwondingen kan lei-den.LET OPVerwijzing naar een mogelijke gevaarlijkesituatie die tot materiële schade kan leiden.Hogedrukstralen kunnen ge-vaarlijk zijn wanneer ondeskun-digen het apparaat bedienen. U mag destraal mag niet richten op personen, dieren,onder stroom staande voorwerpen of dehogedrukreiniger zelf.Conform de geldige voorschriftenmag het apparaat nooit zonder sy-steemscheider aan het drinkwater-net gebruikt worden.InhoudsopgaveApparaat-elementen . . . . . . . . NL 1Veiligheidsinstructies. . . . . . . . NL 1Reglementair gebruik . . . . . . . NL 2Veiligheidsinrichtingen . . . . . . NL 2Zorg voor het milieu . . . . . . . . NL 2Voor de inbedrijfstelling. . . . . . NL 3Ingebruikneming . . . . . . . . . . . NL 3Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . NL 4Vervoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 5Opslag. . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 5Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . NL 5Hulp bij storingen . . . . . . . . . . NL 6Toebehoren en reserveonderde-len . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 6Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . NL 6EU-conformiteitsverklaring . . . NL 7Technische gegevens . . . . . . . NL 8Apparaat-elementenKleurmarkeringVeiligheidsinstructiesGevarenniveausSymbolen op het apparaat36 NL