643 m• Rusten• Vervoeren• Brandstof bijvullen• Onderhoud• Onderdelen vervangen– Start de benzinegraskantmaaier alleen op de manier beschreven in de instructies.– Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten!– Gebruik de benzinegraskantmaaier en de gereedschappen uitsluitend voorde beschreven toepassingen.– Start de motor van de benzinegraskantmaaier alleen nadat deze volledig isgemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alletoepasselijke toebehoren zijn gemonteerd!– Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt metharde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten hetsnijgarnituur zal ronddraaien.– De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige motorstoring.– Als het snijgarnituur stenen of andere objecten raakt, moet u de motoronmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren.– Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren ophaarscheurtjes met de klopgeluidentest).– Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleertu de conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamhedenhervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en debedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking.Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkendeservicecentrum om inspectie en reparatie.– Houd de benzinegraskantmaaier altijd met beide handen vast tijdens hetgebruik. Houd de benzinegraskantmaaier nooit met slechts één hand vasttijdens het gebruik.Zorg er altijd voor dat u stevig staat.– Gebruik het gereedschap zo, dat u geen uitlaatgassen kunt inademen. Laatde motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking).Koolmonoxide is een geurloos gas.– Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u het gereedschaponbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar vooranderen en beschadiging van het gereedschap te voorkomen.– Leg nooit een warme benzinegraskantmaaier op droog gras of enige andereontvlambare materialen.– Breng altijd een goedgekeurde beschermkap van het snijgarnituur aan op hetgereedschap voordat u de motor start. Als u dat niet doet, kan aanraking vanhet snijgarnituur leiden tot ernstig persoonlijk letsel.– De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschapzijn geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt.– Gebruik het gereedschap nooit met een defecte uitlaatdemper.– Schakel de motor uit tijdens het vervoer.– Leg tijdens vervoer per auto het gereedschap op een veilige plaats om tevoorkomen dat er brandstof uit lekt.– Wanneer u het gereedschap vervoert, moet u ervoor zorgen dat debrandstoftank volledig leeg is.– Let erop dat bij het uitladen van het gereedschap uit de auto de motorniet op de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan wordenbeschadigd.– Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap nooit op de grond laten vallenof weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar beschadigd kan raken.– Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u hetverplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepenen dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand.Brandstof bijvullen– Schakel de motor uit alvorens brandstof bij te vullen, blijf uit de buurt vanopen vuur en rook niet.– Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampenniet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van debrandstof. Zorg dat u de beschermende kleding regelmatig vervangt en reinigt.– Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreinigingte voorkomen (milieubescherming). Reinig de benzinegraskantmaaieronmiddellijk nadat brandstof erop is gemorst.– Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijkom als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kledingvlam vat).– Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevigkan worden aangedraaid en niet lekt.– Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het gereedschap voordat ude motor start (tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof isbijgevuld.)– Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelenzich vlak boven de vloer (risico van explosie.)– Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat deopgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen.