NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING24 33015501(3)2008-02 A RS 501REINIGING AFVALCONTAINER, FILTERS, AANZUIGSLANG EN CONTROLE PAKKINGENLET OP!Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van demachine met een hogedrukspuit (lucht of water).Voorbereidende handelingenBreng de machine na het legen van de afvalcontainer (12, Afb. G) naar een gebied dat geschikt is voor het reinigen/spoelenen schakel de handrem (7, Afb. E) in.De afvalcontainer (12, Afb. G) omhoog brengen en kantelen volgens de aanwijzingen in de betreffende paragraaf.Steek de blokkeerstang van de klep (8, Afb. F) naar binnen.Reiniging van de afvalcontainer (na elk gebruik)De afvalcontainer (2, Afb. O) met een hogedruk waterstraal (1) reinigen.Controleer zorgvuldig of de pakking rond de aanzuiging (3) intact is en vervang deze indien nodig.Reiniging van de aanzuigslang (na elk gebruik)De binnenkant van de aanzuigslang (27, Afb. F) over de hele lengte, tot aan de aanzuigmond, met een hogedruk waterstraalreinigen.Controleer zorgvuldig of de pakking van de aanzuigslang (31, Afb. F) intact is en vervang deze indien nodig.Reiniging van het aanzuigfilter (na elk gebruik)Verwijder aan de binnenkant van de afvalcontainer de sluiting (1, Afb. P) van de aanzuigfi lter.Verwijder de aanzuigfilter (2).Reinig de toevoerband (3, Afb. P) en de ventilator (4) met een hogedrukwaterstraal. Controleer of alle delen (5) van deventilator schoon zijn.Reinig de aanzuigfi lter (2, Afb. Q) met een hogedruk waterstraal (1).Installeer de aanzuigfi lter (2, Afb. P) en zet deze vast met de sluiting (1).Haal de blokkeerstang los van de klep (8, Afb. F) en laat de afvalcontainer (12, Afb. G) dalen. Ga te werk zoals beschreven inde betreffende paragraaf.Doe de motor uit door de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.Reiniging van het uitlaatfilter (na elk gebruik)Haal de steunen (29, Afb. G) van de klep (28) van de afzuigfi lter los met behulp van een trap en een tweede bediener.Open de klep (1, Afb. R) en breng de veiligheidssluiting (2) aan.Verwijder de bevestigingsschroeven (1, Afb. S) en de afzuigfi lter (2).Reinig de afzuigfi lter (2, Afb. T) met een hogedruk waterstraal (1).Installeer de afzuigfi lter en de betreffende klep door de punten 15 tot en met 17 in omgekeerde volgorde uit te voeren.REINIGING VAN DE SPUITMONDEN EN DE FILTERS VAN DE INSTALLATIE VOORSTOFBESTRIJDINGLET OP!Draag geschikte bescherming voor het lichaam (ogen, haren, handen, enz.) bij het schoonmaken van demachine met een hogedrukspuit (lucht of water).Voorbereidende handelingenSchakel de parkeerrem (7, Afb. E) in.Draai de contactsleutel (17, Afb. D) tot het einde tegen de klok in en verwijder de sleutel.Reiniging van de spuitmond en de filter in de aanzuigslang aan de achterkantVerwijder de schroef (1, Afb. U) samen met de spuitmond (2) en de filter (3).Verwijder de spuitmond (2, Afb. U) uit de schroef (1) en verwijder de filter (3).Reinig de spuitmond (1, Afb. V) en de fi lter (3) met een straal perslucht als deze vuil zijn. Verwijder eventuele kalkaanslag.Vervang eventueel de filter (3).Monteer de fi lter, de spuitmond en de schroef in de omgekeerde volgorde van verwijdering.Reiniging van de spuitmonden en de filters op de borstelsDraai de bevestigingsringen los (1, Afb. V).Verwijder eventueel aanwezig vuil op de spuitmonden (2, Afb. V) en de filters (3) met een straal perslucht. Verwijder eventuelekalkaanslag. Vervang waar nodig de filters (3).Monteer de fi lters en de spuitmonden opnieuw en zet ze vast met de bevestigingsringen. Wanneer de spuitmonden wordengemonteerd, moeten de gaten van de spuitmonden naar onderen zijn gericht.1.2.3.4.5.6.7.8.9.10.11.12.13.14.15.16.17.18.19.1.2.3.4.5.6.7.8.9.