NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING22 1463436000(1)2008-05 A SR 1301 BDE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELSCONTROLEREN EN AFSTELLENOPMERKINGEr zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Dezeprocedure is van toepassing op alle soorten borstels.Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer1.hebben. Ga als volgt te werk:Zet de machine op een vlakke ondergrond.•Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat•deze enkele seconden draaien.Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u•de machine verplaatst.Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in•de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in deafbeelding (A en B, Afb. 9).Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van dezijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven.Activeer de parkeerrem met het pedaal (75) en de hendel2.(68).Zet de contactsleutel (69) in ’0’.3.Open de motorkap (22) en zet deze vast met de4.steunstang (36).Gebruik5. voor de zijborstel rechts de hendel (A, Afb. 10)en draai de bevestigingsring (B) los. Stel de regelaar (C)af totdat de juiste indruk (A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet deregelaar vast met de bevestigingsring (B, Afb. 10).Gebruik voor de zijborstel links de hendel (D, Afb. 10)en draai de bevestigingsring (E) los. Stel de regelaar (F)af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9) wordt bereikt. Zet deregelaar vast met de bevestigingsring (E, Afb. 10).Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels6.nu de juiste hoogte van de grond hebben.Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan7.worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgendedeel worden vervangen.OPMERKINGU kunt eventueel ook de hellingshoek van dezijborstels afstellen (zie de procedure in dewerkplaatshandleiding).P100222Afbeelding 9P100223Afbeelding 10