GEBRUIKSAANWIJZING NEDERLANDS9099864000 - SC351 15NA GEBRUIK VAN DE MACHINEAls u klaar bent, moet u de volgende handelingen uitvoerenvoordat u machine achterlaat:1. Leeg de tanks (23 en 22) aan de hand van de specifiekedelen in de handleiding.2. Voer de onderhoudswerkzaamheden uit die na gebruik vande machine moeten worden uitgevoerd (zie het hoofdstukOnderhoud).3. Zet de machine op een droge, schone plaats en houdde borstel/padhouder en de rubbers van de trekkergedemonteerd of omhoog.LANGE PERIODE VAN STILSTANDAls de machine langer dan 30 dagen niet wordt gebruikt, is hetraadzaam de volgende handelingen uit te voeren:1. Voer de handelingen uit zoals beschreven in het vorigedeel.2. Open de afdekking (4) en koppel de accustekker (7) los.3. Zet de machine op een schone, droge plek.4. Draai het stuur (2) naar voren en plaats de machine, zoalsaangegeven in afbeelding 4, voor een betere beschermingvan de borstel en de rubbers van de trekker.Afbeelding 4P100410ONDERHOUDDe levensduur van de machine en de optimale veilige werking ervan worden geholpen door nauwkeurig en regelmatig onderhoud.Hieronder staat het verkorte schema voor regelmatig onderhoud. De aangegeven perioden zijn afhankelijk van de specifiekewerkomstandigheden en worden bepaald door de verantwoordelijke persoon voor onderhoud.LET OP!De onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een uitgeschakelde machine, waarbij de accu ende kabel van de acculader zijn ontkoppeld.Lees altijd alle instructies in het hoofdstuk Veiligheid.Alle regelmatige of buitengewone onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door bevoegd personeel of bij eenbevoegd servicecentrum. In deze handleiding worden alleen de eenvoudigste en meest voorkomende onderhoudswerkzaamhedenbeschreven.OPMERKINGDe procedures voor de onderhoudswerkzaamheden die niet in het vastgelegde onderhoudsschema staan, vindt u in dewerkplaatshandleiding, die bij de verschillende servicecentra ligt.ONDERHOUDSSCHEMAProcedureDagelijks, nagebruik van demachineWekelijks Maandelijks JaarlijksDe accu opladenReiniging van de trekkerReiniging van de borstelReiniging van de tanks en van het aanzuigroosterControle en/of vervanging van de rubbers van de trekkerControle en reiniging van de klep voor de reinigingsoplossing (1)Controle en/of vervanging van de draaikoppelingen voor het schrobdek van deborstelhouder (1)(1) Zie voor de betreffende procedure de werkplaatshandleiding.