60PROBLEMEN OPLOSSENDe volgende symptomen geven niet een defect aan.De volgende symptomen geven niet een defect aan.SYMPTOOMSYMPTOOM OORZAAKOORZAAKEr komt damp uit de binnenunit. ► • Condensatie door koelproces.Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water. ► • Stromend koelmiddel in het apparaat.De ruimte heeft een vreemde geur. ► • Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig isvan de muur, het tapijt, meubels of kleding.De binnenventilator stopt af en toe wanneer deventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.► • Zo verdrijft u de omgevingsgeuren.De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf reedsgestopt is.► • Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit(hoogstens 30 seconden).Het apparaat begint pas na enkele minuten vertragingnadat het opnieuw is opgestart.► • De vertraging dient ter bescherming van de compressorvan de unit.Er komt water/stoom uit de buitenunit. ► • In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.Timerindicator is altijd aan. ► • Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingendagelijks uitgevoerd.Aan/Uit-indicator knippert in de stand VERWARMENzonder toevoer van warme lucht (en jalouzie is gesloten).► • De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING(Luchzwenking) is ingesteld op AUTO).De binnenventilator stopt af en toe tijdens verwarmen. ► • Onbedoeld koelen voorkomen.De AAN/UIT-indicator knippert voordat de unit wordtingeschakeld.► • Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voorwerking wanneer de ON timer is ingeschakeld.Krakend geluid tijdens bedrijf. ► • Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie ofcontractie van het apparaat.Twee of meer indicators voor menselijke activiteit gaantegelijk aan.► • Beoordeling van hittebron en bewegingsgebied gaanvoort.Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.SYMPTOOMSYMPTOOM CONTROLEERCONTROLEERVerwarmings-/Koelingswerking werkt niet efficient. ► • Stel de temperatuur correct in.• Sluit alle deuren en ramen.• Maak de filters schoon of vervang ze.• Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.Luidruchtig tijdens werking. ► • Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.• Sluit het voorpaneel correct.Afstandsbediening werkt niet.(De display is gedimd of het transmissiesignaal is zwak.)► • Plaats de batterijen correct.• Vervang zwakke batterijen.Het apparaat werkt niet. ► • Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.• Controleer of de timers zijn ingesteld.Het apparaat ontvangt geen signaal van deafstandsbediening.► • Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.• Het een en ander fluorescerend licht kan eventueel designaalzender storen. Vraag advies aan een officiëledealer.Patrol sensor of e-ion indicator op de binnenunit flikkert. ► • Stop Patrol- of e-ion-werking en start de apparatuurvervolgens opnieuw. Indien de surveillancesensor ofde e-ion indicator nog steeds knipperen, moet u eenbevoegde installateur om raad vragen.