Nederlands 431. Bij het opzuigen van vocht of vloeistoffen het mond-stuk voor bekleding of voegen op de handgreep ste-ken, zie hoofdstuk Toebehoren aansluiten.BlaasfunctieReinigen van moeilijk toegankelijke plaatsen of plaat-sen waar zuigen niet mogelijk is, bijv. bladeren uit kie-zelsteentjes.Afbeelding M1. Zuigslang in blaasaansluiting steken tot dezuigslang vastklikt.Werking beëindigenAfbeelding L1. Toets 0 indrukken om het apparaat uit te schakelen.Afbeelding N2. Vergrendelingstoets accupack naar voren schuivenen accupack naar boven uit de opname accupacktrekken.3. Accupack indien nodig laden, zie hoofdstuk Laad-proces.Reservoir legenAfbeelding O1. Apparaat openen, zie hoofdstuk Montage.2. Reservoir leegmaken.3. Apparaat sluiten, zie hoofdstuk Montage.Apparaat opbergenAfbeelding P1. Mondstuk voor bekleding en voegen aan het appa-raat opbergen.2. Zuigslang om het apparaat wikkelen en met beves-tigingsbanden voor het opbergen van de zuigslangbevestigen.3. Apparaat in droge ruimtes bewaren.Accupack opbergenInstructieOnafhankelijk van het bedrijf gebruikt het LC-displayeen beetje batterijcapaciteit, of het accupack in het ap-paraat zit of niet.1. Zie hoofdstuk Opslag.Vervoer VOORZICHTIGNiet-naleving van het gewichtGevaar voor letsel en beschadigingNeem bij het transport en de opslag het gewicht van hetapparaat in acht.1. Bij het transport in voertuigen het apparaat conformde geldende richtlijnen tegen wegglijden en omval-len beveiligen.Transport met de hand1. Apparaat bij de handgreep optillen en dragen.Transport in voertuigen1. Apparaat borgen tegen wegglijden en kantelen.OnderhoudApparaat en toebehoren1. Apparaat en toebehoren uit kunststof met een ge-wone kunststofreiniger onderhouden.2. Reservoir en toebehoren indien nodig met water uit-spoelen en voor hergebruik drogen.3. Oplaadcontacten regelmatig controleren op vervui-ling en eventueel reinigen.Patronenfilter reinigenInstructieAanbeveling: Patronenfilter 1x per jaar vervangen.1. Apparaat openen, zie hoofdstuk Montage.Afbeelding Q2. Patronenfilter demonteren.Afbeelding R3. Patronenfilter indien nodig onder stromend waterreinigen, niet schoonwrijven of afborstelen.Afbeelding S4. Patronenfilter voor het inbouwen volledig laten dro-gen.Afbeelding T5. Patronenfilter inbouwen.6. Apparaat sluiten, zie hoofdstuk Montage.Filterzak vervangen1. Apparaat openen, zie hoofdstuk Montage.2. Filterzak verwijderen.Afbeelding U3. Nieuwe filterzak plaatsen.4. Apparaat sluiten, zie hoofdstuk Montage.Hulp bij storingenStoringen hebben vaak oorzaken die eenvoudig met be-hulp van het volgende overzicht kunnen worden verhol-pen. Neem bij twijfel of storingen die hier niet wordenvermeld contact op met de erkende klantenservice.StoringenApparaat draait nietAccupack zit niet correct in de opname van het ac-cupack.1. Accupack in de opname van het accupack schuiventot het vastklikt.Laadtoestand van het accupack (zie display) te zwak.1. Accupack opladen.Accupack of oplaadapparaat defect.1. Accupack of oplaadapparaat vervangen.Apparaat schakelt automatisch uitApparaat / accupack oververhit.1. Wachten tot het apparaat / accupack is afgekoeld.Reservoir is vol water, waardoor wordt de vlotter wordtgeactiveerd.1. Reservoir leegmaken.De zuigkracht neemt afMondstuk voor bekleding of voegen, handgreep ofzuigslang zijn verstopt.1. Mondstuk voor bekleding of voegen, handgreep enzuigslang controleren en evt. reinigen.Het patronenfilter is vervuild.1. Het patronenfilter reinigen, zie Patronenfilter reini-gen.De filterzak is vol.1. De filterzak vervangen, zie Filterzak vervangen.Algemene foutDisplay geeft een onderbroken accusymbool weer.Het accupack is defect en voor de veiligheid geblok-keerd.1. Het accupack niet gebruiken.2. Het accupack deskundig afvoeren.Fouten bij het opladenAccupack laadt niet op, controlelampje op het op-laadapparaat is uit, display is uitHet oplaadapparaat is defect.1. Het oplaadapparaat vervangen.