-32-³ Voorzichtig bij het indraaien van lange schroe-ven, gevaar van afglijden.³ Bij schroeven in de 1e versnelling resp. metklein toerental werken.³ Pas de aanvoer bij het boren aan de boor- ∅ enmateriaalsterkte aan. Een te grote aanvoer lijdt totoverbelasting van de motor, tot Te grote aanvoerleidt tot overbelasting van de motor, tot onzuivereboorgaten en tot een snel afstompen van de boor.³ Nooit bij draaiende motor aan het werktuig grijpen.Opmerkingen met betrekking tot onderhoud enreparatie:³ De regelmatige reiniging van de machine, vooralvan de boorvoering, is een belangrijke veilig-heidsfactor. Vóór begin van deze werkzaamhe-den moet de netsteker worden getrokken.³ Er mogen enkel originele MAFELL-reseverdelenen toebehoren worden toegepast. Andersbestaat er geen garantieclaim en geen aanspra-kelijkheid door de fabrikant.3 Voorbereiden / Instellen3.1 NetaansluitingLet voor de ingebruikname erop dat de netspanningmet de op het vermogensplaatje van de machinevermelde bedrijfsspanning overeenstemmt.Slechts uitgeschakelde machine aan het voe-dingsnet aansluiten.3.2 WerktuigwisselBij de werktuigwissel voorkomt de middelste standLOCK aan de draairichtingsomschakelaar 3 eenongewild bedienen van de schakelaar 1. De middel-ste stand LOCK aan de versnellingsbakhendel 6(spindelblokkering) vereenvoudigt de werktuigwis-sel en de montage of demontage van de boorvoe-ring. Vóór de montage platte vlakken van boorvoe-ring en boorspindel reinigen.4 Bedrijf4.1 Eerste ingebruiknameVóór de eerste ingebruikname van de machine dienter in ieder geval rekening te worden gehouden metde volgende instructies:³ Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoondie met de bediening van de machine is belast,ter kennisname worden doorgegeven, waarbijvooral attent dient te worden gemaakt op hethoofdstuk "Veiligheidsinstructies".³ Waarborg dat het werktuig correct is gespannen.4.2 In- en uitschakelaarKort bedrijfInschakelen: schakelaar 1 (pagina 3) indrukken.Uitschakelen: schakelaar loslaten.Continu bedrijfInschakelen: schakelaar 1 en arreteerknop 2 achter-eenvolgens indrukken. De motor draait zonder drukop de schakelaar.Uitschakelen: schakelaar 1 indrukken, tot arreteerknop2 eruit sprint, dan schakelaar loslaten.De elektronica voorkomt een starten van demachine bij netaansluiting met vergrendelde scha-kelaar 1. Uitschakelen en weer inschakelen.4.3 Instelling van het toerentalDe boormachine is met een transmissie en een elek-tronische toerentalregeling uitgerust. Het toerental kantraploos tussen 150 en 2250 min-1 worden ingesteld.De ingebouwde elektronica zorgt bij het inschakelenvoor een schokvrije versnelling en regelt bij belastinghet toerental op de vast ingestelde waarde bij.Het vereist toerental wordt met de versnellingsbakhen-del 6 (pagina 3) en het stelwiel aan de schakelaar 1ingesteld.Vóór de werktuigwissel in iedergeval de netsteker uit het stopcontathalen of netkabel-module 7 (pagina3) door bedienen van de vergrende-lingstoets 8 uit de handgrendel ver-wijderen.Machine alleen inschakelen als hetgereedschap geen contact met hetwerkstuk heeft.