32U kunt de bovenzijde van het gereedschap gebruiken om het werkstuk snel en gemakkelijk naar het aanvoerblad terugte brengen. Dit is vooral nuttig wanneer het gereedschap door twee personen wordt gebruikt. (Fig. 22)LET OP:• Werkstukken met de volgende afmetingen kunnen niet in het gereedschap worden gevoerd omdat de ruimte tussende twee aanvoerrollen 129 mm is. Probeer niet om dergelijke werkstukken te schaven. (Fig. 23)• Stop het gereedschap wanneer het werkstuk blijft steken. Als u verder schaaft met een geblokkeerd werkstuk, zullende aanvoerrollen snel verslijten.ONDERHOUDLET OP:• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en destekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens tebeginnen met inspectie of onderhoud.De hoogte van het hulpblad afstellen(Fig. 24 en 25)De hoogte van het hulpblad is in de fabriek ingesteld. Gaals volgt te werk indien bijstelling nodig is.Plaats een briefkaart op het blad en plaats een lineaal opde briefkaart. Draai de stelschroef met de zeskantsleuteltotdat het uiteinde van het hulpblad in aanraking komtmet het lineaal. Het uiteinde van het hulpblad bevindtzich nu tussen 0,1 mm en 0,3 mm boven het bladopper-vlak.Vervangen van de koolborstels (Fig. 26 en 27)Verwijder en controleer regelmatig de koolborstels. Ver-vang de koolborstels wanneer ze tot aan de limietmarke-ring versleten zijn. Houd de koolborstels schoon zodat zesoepel in de houders glijden. Beide koolborstels dienentegelijkertijd te worden vervangen. Gebruik uitsluitendidentieke koolborstels.Gebruik een schroevendraaier om de kappen van dekoolborstelhouders te verwijderen. Haal de versletenkoolborstels eruit, steek de nieuwe erin, en zet de kap-pen van de koolborstelhouders weer vast.Vervangen van botte beitelsBotte beitels kunnen leiden tot slechte afwerking, overbe-lasting van de motor en gevaarlijke terugslag van hetwerkstuk. Vervang botte beitels onmiddellijk.Smering (Fig. 28)Smeer de ketting (na het verwijderen van de zijkap R), devier kolommen en de schroeven voor het omhoogbren-gen van het hoofdfreem. Voor deze periodieke smeringdient u machineolie te gebruiken.LET OP:• Smering en alle andere onderhoudswerkzaamhedendienen te worden uitgevoerd met het gereedschap uit-geschakeld en de stekker uit het stopcontact verwij-derd.ReinigenVeeg met een borstel altijd vuil, spanen en vreemdebestanddelen op de roloppervlakken, de ventilatiegatenvan de motor en de beitelwalsen eraf.Limiet voor het aanscherpen vanstandaardbeitels (Fig. 29)Gebruik geen standaardbeitels waarvan het mes minderdan 4 mm lang is.Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van hetproduct te handhaven, dienen alle reparaties en alleandere onderhoudswerkzaamheden of afstellingen teworden uitgevoerd door een erkend Makita Servicecen-trum, en dat uitsluitend met gebruik van Makita vervan-gingsonderdelen.1 Minder dan 130 mm lang2 Met een groef die meer dan 130 mm breed is3 Het gedeelte tussen de groeven is meer dan 130 mmbreedMinder dan 130 mmMeer dan 130 mm130 mm