45 NEDERLANDSOververhittingsbeveiligingWanneer het gereedschap/de accu oververhit is, stopthet gereedschap automatisch. Laat in deze situatie hetgereedschap/de accu afkoelen voordat u het gereed-schap weer inschakelt.Beveiliging tegen te ver ontladenAls de acculading onvoldoende is, stopt het gereed- Y vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.De resterende acculading controlerenAlleen voor accu’s met indicatorlampjes[Fig.2: 1.Y 2. TestknopDruk op de testknop op de accu om de resterende -rende enkele seconden.Indicatorlampjes ResterendeacculadingBrandt Uit Knippert75% tot 100%50% tot 75%25% tot 50%0% tot 25%Laad de accuop.Er kan een opgetreden inde accu.OPMERKING:& G G G -digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge- G G G De trekkerschakelaar gebruiken[Fig.3: 1. TrekkerschakelaarLET OP: Alvorens de accu in het gereed-schap te plaatsen, moet u altijd controleren of detrekkerschakelaar goed werkt en bij het loslatenterugkeert naar de stand “OFF”. G trekkerschakelaar in. Hoe harder u de trekkerscha-G G Laat de trekkerschakelaar los om het gereedschap testoppen.OPMERKING: Het gereedschap stopt automatischwanneer u de trekkerschakelaar gedurende ongeveer6 minuten ingeknepen houdt.OPMERKING: GG G -knepen, werken geen van de andere knoppen.De lamp op de voorkant gebruikenLET OP: Kijk niet direct in het lamplicht of inde lichtbron.[Fig.4: 1. Lamp[Fig.5: 1.* * GG G -kelen. Laat hem los om uit te schakelen. Ongeveer 10seconden nadat u de trekkerschakelaar hebt losgela-ten, gaat de lamp uit.Om de lamp uitgeschakeld te laten, stelt u de status vande lamp in op uit. Om de status van de lamp in te stellen G GG G los. Druk daarna binnen 10 seconden op de knop .Om de status van de lamp weer in te stellen op aan,drukt u op dezelfde manier op de knop .OPMERKING: Wanneer het gereedschap oververhitis, knippert het licht gedurende een minuut waarna hetQ?' Y -schap afkoelen alvorens het weer in gebruik te nemen.OPMERKING: Om de lampstatus te controleren,G GG G & GG G G de lampstatus ingeschakeld. Als de lamp niet gaatbranden, is de lampstatus uitgeschakeld.OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van de lensvan de lamp af te vegen. Wees voorzichtig dat u de lens vande lamp niet bekrast omdat dan de verlichting minder wordt.De omkeerschakelaar bedienen[Fig.6: 1. OmkeerschakelaarLET OP: Controleer altijd de draairichtingalvorens het gereedschap te starten.LET OP: Verander de stand van de omkeer-schakelaar alleen nadat het gereedschap volledigtot stilstand is gekomen. Als u de draairichting G gereedschap beschadigd raken.LET OP: Zet de omkeerschakelaar altijd in deneutrale stand wanneer u het gereedschap nietgebruikt.Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor hetveranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, ofvanaf kant B voor de draairichting linksom.Wanneer de omkeerschakelaar in de neutralestand staat, kan de trekkerschakelaar niet wordeningeknepen.De bedieningsfunctie veranderenWat is de bedieningsfunctie? G Door een geschikte bedieningsfunctie te selecteren aande hand van de werkzaamheden, kunt u sneller werkenen/of mooier afwerken.