27vermogen heeft, stopt u met het gebruik ervan enlaadt u eerst de accu op.2. Laad nooit een volledig opgeladen accu op.Te lang opladen verkort de levensduur van deaccu.3. Laad de accu op bij een omgevingstemperatuurvan 10 °C tot 40 °C. Laat een warme accu eerstafkoelen voordat u deze oplaadt.4. Als de accu gedurende een lange tijd (meer danzes maanden) niet gebruikt, laadt u deze eerst opalvorens deze te gebruiken.BESCHRIJVING VAN DEFUNCTIESLET OP:• Zorg ervoor dat het gereedschap is uitgeschakeld endat de accu is verwijderd voordat u de werking van hetgereedschap aanpast of controleert.De accu aanbrengen en verwijderen (zieafb. 1)• Schakel het gereedschap altijd uit voordat u de accuaanbrengt of verwijdert.• Om de accu te verwijderen verschuift u de knop aan devoorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accuvan het gereedschap af.• Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uitmet de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijnplaats. Steek de accu zo ver mogelijk in hetgereedschap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rodedeel aan de bovenkant van de knop kunt zien, is deaccuadapter niet goed aangebracht. Breng deaccuadapter zo ver mogelijk aan tot het rode deel nietmeer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu perongeluk uit het gereedschap vallen en u of anderen inuw omgeving verwonden.• Oefen geen grote kracht uit bij het aanbrengen van deaccu. Als de accu niet gemakkelijk erin kan wordengeschoven, wordt deze niet goed aangebracht.Accubeveiligingssysteem (lithiumionaccumet een ster-merkteken) (zie afb. 2)Lithiumionaccu’s met een ster-merkteken zijn uitgerustmet een beveiligingssysteem. Dit systeem schakeltautomatisch de voeding naar het gereedschap uit om delevensduur van de accu te verlengen.Het gereedschap zal tijdens gebruik automatisch stoppenwanneer het gereedschap en/of de accu zich in een vande volgende omstandigheden bevinden:• Overbelasting:Het gereedschap wordt gebruikt op een manier dieertoe leidt dat een abnormaal hoge stroomsterkte uitde accu wordt getrokken.Laat in die situatie de aan/uit-schakelaar van hetgereedschap los en stop het gebruik dat ertoe leiddedat het gereedschap overbelast werd. Knijp daarnaopnieuw de aan/uit-schakelaar in om hetgereedschap weer in te schakelen.Als het gereedschap niet wordt ingeschakeld, is deaccu oververhit. In die situatie laat u de accu eerstafkoelen voordat u opnieuw de aan/uit-schakelaarinknijpt.• Lage accuspanning:De resterende acculading is te laag en hetgereedschap wordt niet ingeschakeld. Verwijder indie situatie de accu en laad hem op.Aanduiding van de resterende acculadingAlleen voor accu’s met indicatorlampjes (zie afb. 3)Druk op de testknop op de accu om de resterendeacculading te zien. De indicatorlampjes brandengedurende enkele seconden.OPMERKING:• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en deomgevingstemperatuur, is het mogelijk dat deaangegeven acculading verschilt van de werkelijkeacculading.Werking van de aan/uit-schakelaarLET OP:• Controleer altijd, voordat u de accu in het gereedschapsteekt, of de aan/uit-schakelaar op de juiste manierschakelt en weer terugkeert naar de uit-stand nadatdeze is losgelaten (zie afb. 4).Om het gereedschap in te schakelen, knijpt u gewoon deaan/uit-schakelaar in. De draaisnelheid van hetgereedschap neemt toe naarmate u meer druk uitoefentop de aan/uit-schakelaar. Laat de aan/uit-schakelaar losom het gereedschap te stoppen.De lamp op de voorkant inschakelenLET OP:• Kijk niet rechtstreeks in het licht of naar de bron van delamp (zie afb. 5).Knijp de aan/uit-schakelaar in om de lamp op de voorkantin te schakelen. De lamp blijft branden zolang u de aan/uit-schakelaar ingeknepen houdt. De lamp gaat 10 tot15 seconden nadat de aan/uit-schakelaar is losgelatenautomatisch uit.OPMERKING:• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lampte vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet tebekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.IndicatorlampjesResterendeacculadingBrandt Uit Knippert75% tot 100%50% tot 75%25% tot 50%0% tot 25%Laad de accu op.Er kan een storingin de accu zijnopgetreden.