875) Plaats de motor horizontaal en vul geleidelijk nieuwe motorolie bij tot aan demarkering van de bovengrens.6) Draai na het bijvullen de olievuldop stevig vast, zodat deze niet kanlosraken en gaan lekken.Als de olievuldop niet stevig wordt vastgedraaid, kan deze gaan lekken.Markering vanbovengrensMotorolieInwendige rand(bovengrens)Markering opbuitenkant(ondergrens)Inwendige rand(ondergrens)Markering op buitenkant(bovengrens)HET LUCHTFILTER REINIGENWAARSCHUWING: Schakel de motor uit, blijf uit de buurt vanopen vuur en rook niet.Controle- en reinigingsinterval: Dagelijks (iedere 10 bedrijfsuren)Zet met de chokehendel de choke helemaal dicht en houd de carburateur vrij–van stof of vuil.Draai de bevestigingsbout los.–Verwijder de luchtfilterkap door aan de onderkant te trekken.–Verwijder de luchtfilterelementen en tik ertegen om het vuil te verwijderen.–Als de luchtfilterelementen zwaar verontreinigd zijn:–Verwijder de luchtfilterelementen, dompel ze in warm water of in een oplos-sing van een mild schoonmaakmiddel in water, en droog ze grondig. Knijp erniet in en wrijf er niet over tijdens het wassen.Alvorens de luchtfilterelementen terug te plaatsen, moeten deze grondig–droog zijn. Als de luchtfilterelementen onvoldoende droog wordenteruggeplaatst, kan dat leiden tot moeilijk starten.Veeg olie die rondom de luchtfilterkap en de ontluchting zit af met een–poetsdoek.Plaats het filterelement (spons) in het filterelement (vilt).–Plaats de filterelementen zodanig in de achterplaat dat de spons aan de kantvan de luchtfilterkap zit.Plaats de luchtfilterkap onmiddellijk terug en zet hem vast met de–bevestigingsbouten. (Plaats bij het monteren eerst de bovenrand en daarnade onderrand.)OPMERKING:Reinig de luchtfilterelementen meerdere keren per dag als onder extreem–stoffige omstandigheden wordt gewerkt. Vervuilde luchtfilterelementenverlagen het motorvermogen en bemoeilijken het starten van de motor.Verwijder de olie op de luchtfilterelementen. Als u blijft doorwerken terwijl–de luchtfilterelementen vervuild zijn met olie, kan de olie buiten hetluchtfilter terechtkomen en tot milieuverontreiniging leiden.Plaats de luchtfilterelementen niet op de grond of op een vieze plaats. Er–kan dan vuil of rommel aan blijven plakken waardoor de motor kan wordenbeschadigd.Gebruik nooit brandstof om de luchtfilterelementen te reinigen. Ze kunnen–door de brandstof worden beschadigd.AchterplaatFilterelement (spons)LuchtfilterkapBevestigingsboutFilterelement (vilt)OntluchtingChokehendelTIPS VOOR HET OMGAAN MET OLIEGooi verbruikte motorolie nooit weg met het afval, op de grond, of in een rioolput. Het weggooien van olie is bij wet geregeld. Houd u bij–het weggooien altijd aan de betreffende wetten en regelgeving. In het geval u hierover vragen heeft, neemt u contact op met een erkendservicecentrum.Olie verslechtert, ook wanneer de olie niet wordt gebruikt. Controleer en ververs de olie regelmatig (ververs de olie iedere 6 maanden).–