NL - 940KQMNEDERLANDSBELANGRIJK:Bij de montage moeten eerst de koudemiddelaansluitingen endaarna de elektrische aansluitingen worden gemaakt. Wordtde unit gedemonteerd, neem dan eerst de elektrische verbin-dingskabels los en daarna de koudemiddelaansluitingen.Zie de montage-instructies voor de buiten-unit voor meergedetailleerde informatie.LeidingdiameterGas VloeistofType (Zuig) (Pers)mm (inch) mm (inch)012 9.52 (3/8") 6.35 (1/4")015 12.7 (1/2") 6.35 (1/4")Voor verbinding van binnen- en buiten-unit kan Carrier BVspeciale koudemiddelleidingsets als accessoire leveren. Dezeverbinding kan echter ook worden gemaakt d.m.v. door derden televeren koperen leidingen voorzien van flare-koppelingen. Gebruikalleen geïsoleerde naadloze leiding van koeltechnische kwaliteit,(Cu DHP type volgens ISO 1337), ontvet en gedesoxideerd, geschiktvoor werkdrukken van tenminste 4200 kPa een burst pressure vanminstens 20700 kPa. Gebruik in geen geval koperen sanitair pijp.Niet van toepassing voor Nederland.Niet van toepassing voor Nederland.Niet van toepassing voor Nederland.Sluit de leidingen aan in overeenstemming met de aangegevenlimieten.Smeer het uiteinde van de leiding en schroefdraad van deflare-koppeling in met een antivries olie. Draai de koppeling met de handeen aantal slagen vast, draai hem daarna vast met een sleutel door hetin de tabel aangegeven aandraaimoment toe te passen.De leidingen moeten, nadat ze zijn aangesloten op de unit, wordengelektest, daarna gevacumeerd en eventueel worden gevuld volgensde R.L.K. richtlijnen.Aansluiting op de unitOnvoldoende aandraaimoment veroorzaakt koudemiddellekkage.Als de koppelingen te vast worden aangedraaid kan schadeontstaan die leidt tot koudemiddellekkage.Leidingdiameter Aandraaimomentmm (inch) Nm6,35 (1/4") 14÷189,52 (3/8") 33÷4212,70 (1/2") 50÷62Controleer, wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, op lekkagedoor er zeepwater op aan te brengen.Pak daarna de kleppen en leidingen in met condenswerendeisolatie en zet dit vast met tape, zonder te veel druk uit te oefenenop de isolatie.Repareer en bedek alle mogelijke barsten in de isolatie.De verbindingsleidingen en kabels tussen binnen- en buiten-unitmoeten goed worden vastgezet.ControleControleer de werking van de condensaatafvoer door water inde opvangbak te gieten.Controleer het afschot en op eventuele obstructies.Koudemiddelaansluitingen Leiding Isolatie Bevestigingstape