43Op afschot plaatsen van de unit (Fig. 7).Plaats de unit dusdanig dat de condensaatafvoerbak onge-veer 0,5% lager ligt dan de andere kant van de unit. In deandere richting (luchtstroomrichting) moet de unit zuiverhorizontaal zijn (Fig. 8).Condensaatafvoerleiding (Fig. 9): Gebruik als condensaat-afvoerleiding een flexibele slang (ø16 mm inwendig). Decondensaatafvoer moet worden gelegd met een afschot vantenminste 20 mm/m (9a) over het horizontale leidingdeel.Ook moet een sifon van minstens 50 mm (9b) worden aan-gebracht om te voorkomen dat rioollucht in de ruimte komt.Indien meer units op één afvoer zijn geplaatst, moet eeninrichting worden aangebracht (Fig. 10).Controleer, voordat de unit in bedrijf wordt gesteld, of hetwater in de interne condensaatafvoerbak stroomt, door erwat water in te gieten. Als u een probleem constateert, moetde gradiënt van de afvoerpijp worden gecontroleerd engezocht worden naar mogelijke obstructies.In alle gevallen moeten de verbindingskanalen bij de uitlaatvan de unit worden geïsoleerd, om te voorkomen dat zichcondensaat vormt op de wanden.OPMERKING: De drukverliezen in het kanaal moeten inovereenstemming zijn met de capaciteit van de units. Debinnenwanden van de kanalen moeten zo glad mogelijkzijn. Vermijd scherpe bochten. Controleer op lekkage enaanwezigheid van vuil en afval in de kanalen. Dit kannamelijk schade veroorzaken aan de ventilator en de klepvan het uitblaasornament.Wanneer de installatie is voltooid - d.w.z. de 42EM is aan hetplafond bevestigd, de luchtkanalen zijn voltooid, de water-verdeelstukken zijn aangebracht met de afsluitkleppengereed op de aansluitstompen en de elektrische installatieis voltooid - kunnen de waterleidingen worden aangesloten(Carrier adviseert buigzame waterleidingen, die als accessoirekunnen worden geleverd). Elke buigzame leiding heeft een1/2” gasaansluiting met schroefdraad, afhankelijk van hetmodel. Breng een pakking (niet door Carrier geleverd) aantussen de schroefaansluiting en de afsluitklep.Nadat alle units zijn geïnstalleerd, open de afsluitkleppenop de verdeelstukken, ontlucht de kringen en zet ze onderdruk. Ontlucht de batterijen door de ontluchtingsschroe-ven iets los te draaien. Daarna kan de unit in bedrijfworden gesteld.NOOT: Schakel de stroomvoorziening pas in nadat alleaansluitingen gemaakt en geaard zijn.3.3 - DemontageSchakel de hoofdstroom af d.m.v. de op het werk gemon-teerde werkschakelaar (levering derden).• Neem de voedingskabels en de verbindingskabels los.• Sluit de afsluiters bij de verdeelstukken.• Neem de flexibele waterslangen los door de gasaan-sluitingen los te draaien.WAARSCHUWING: Omdat de flexibele waterslangenniet zijn voorzien van afsluiters, moet een reservoirworden geplaatst om de batterij af te tappen.• Neem de toevoerluchtkanalen los.• Neem de flexibele condensaatafvoerleiding los. Ledigde sifon in een geschikt reservoir.• Ondersteun de unit en draai de vier moeren op dedraadstangen los. Laat de unit voorzichtig zakken.4 - CoMPonEntEn4.1 - Ventilatormotor4.1.1 - Demontage van de ventilatorWAARSCHUWING: Schakel de hoofdstroom uit alvorenswerkzaamheden aan de unit uit te voeren.Noteer de kabels voor de aangesloten ventilatorsnelheden.Wanneer een ventilator of motor defect is moet het gehelesamenstel worden gedemonteerd en vervangen (Fig. 12).• Verwijder het filter.• Verwijder het toegangspaneel van de ventilator (12a).• Neem de voedingskabels van de ventilator/motor los(hoofd- en stuurstroombedrading voor motor metvariabel toerental).• Demonteer de regelaar, indien toegepast (bevestigdmet schroeven), om toegang te krijgen tot de schroevenvan het paneel waarop de ventilator rust.• De ventilator en het paneel worden op hun plaatsgehouden door vier torx borgschroeven (T20) (12b).Verwijder deze schroeven, druk dan op de twee nokjesaan weerszijden aan de onderkant van het paneelwaarop de ventilator rust en schuif de ventilatoromlaag (12c).• Verwijder de ventilatormotor en ventilator.OPMERKING: Raak tijdens de demontage deschoepen niet aan om beschadiging en onbalans tevoorkomen.• Voor units met elektrische verwarming (optie) moet devoedingskabel naar het verwarmingselement wordenlosgenomen. Trek de kabel uit de doorvoer.• Verwijder de bevestigingsschroeven van de verwar-mingselementen.• Volg nadat de ventilatormotor is vervangen de boven-staande procedure in omgekeerde volgorde.WAARSCHUWING: De elektrische aansluitingen op deventilatormotor moeten worden gemaakt overeenkomstigde labels op het klemmenblok.Motor met variabel toerental: scheid voorzichtig de hoofd-en stuurstroomkabels en trek ze zo ver mogelijk uit elkaar.4.1.2 - Vervangen van de condensator (Fig. 13)• Schakel de hoofdstroom uit alvorens werkzaamhedenaan de unit uit te voeren.• Verwijder het filter.• Verwijder het toegangspaneel van de ventilator.• Verwijder de condensator die op het motorchassis isbevestigd.• Neem de platte connectors aan de achterzijde van decondensator los.• Vervang de condensator en volg daarna bovenstaandeprocedure in omgekeerde volgorde.