75– Start de bosmaaier/graskantmaaier alleen in overeenstemming met deinstructies. Gebruik een andere methode om de motor te starten.– Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier en de onderdelen alleen voor deopgegeven doeleinden.– Start de motor van de bosmaaier/graskantmaaier alleen nadat hetgereedschap volledig is gemonteerd. Gebruik het apparaat niet voordat allebenodigde accessoires zijn bevestigd.– Zorg dat het snijgereedschap voor de start geen contact heeft met harde objecten,zoals takken, stenen, enz. omdat het snijgereedschap zal draaien bij het starten.– Schakel de motor onmiddellijk uit als er motorproblemen optreden.– Als het snijgereedschap stenen of andere objecten raakt, moet u de motoronmiddellijk uitschakelen en het snijgereedschap controleren.– Controleer het snijgereedschap met korte tussenpozen op schade(inspecteren op haarscheurtjes met de taptest).– Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier pas nadat u de schouderriem hebtbevestigd en op de juiste lengte hebt afgesteld. De schouderriem moetworden afgesteld volgens de lengte van de gebruiker en worden vastgemaaktom vermoeidheid tijdens het gebruik van het gereedschap te voorkomen.Houd de maaier nooit met slechts één hand vast tijdens het gebruik.– Houd de bosmaaier/graskantmaaier altijd met beide handen vast tijdens hetgebruik.Zorg dat u altijd een veilig steunpunt voor uw voeten hebt.– Gebruik de bosmaaier/graskantmaaier zo, dat u geen uitlaatgassen kuntinademen. Laat de motor nooit draaien in een ingesloten ruimte, zoals in eenkamer (risico op gasvergiftiging). Koolmonoxide is een geurloos gas.– Schakel de motor altijd uit wanneer u rust of als u de bosmaaier/graskantmaaier onbewaakt wilt achterlaten. Plaats het gereedschap op eenveilige locatie om lichamelijke letsels of schade aan het gereedschap tevoorkomen.– Leg nooit een warme bosmaaier/graskantmaaier op droog gras of andereontvlambare materialen.– Het snijgereedschap moet altijd met de geschikte beschermkap zijn uitgerust.Gebruik de maaier nooit zonder deze beschermkap.– Alle beschermende installaties en beschermkappen die bij het gereedschapzijn geleverd, moeten tijdens de werking worden gebruikt.– Gebruik de motor nooit als de uitlaatdemper defect is.– Schakel de motor uit tijdens het transport.– Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap ophet snijblad.– Zorg dat de bosmaaier/graskantmaaier veilig is vastgemaakt tijdens hettransport om lekkage van de brandstof te vermijden.– Wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier vervoert, moet u ervoor zorgen datde brandstoftank volledig leeg is.– Wanneer u de bosmaaier/graskantmaaier uit een vrachtwagen of een andervoertuig haalt, moet u ervoor zorgen dat u de motor niet op de grond laatvallen omdat de brandstoftank hierdoor ernstige schade kan oplopen.– Behalve in noodgevallen mag u de bosmaaier/graskantmaaier nooit latenvallen of op de grond gooien omdat dit ernstige schade aan de bosmaaier/graskantmaaier kan veroorzaken.– Til altijd het volledige gereedschap van de grond wanneer u het verplaatst.Het slepen van het apparaat op zijn brandstoftank is bijzonder gevaarlijk enkan lekkage van brandstof veroorzaken waardoor brand kan ontstaan.– Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert u deconditie van het gereedschap voordat u de werkzaamheden hervat.Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en debedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking. Alsenige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkendeservicecentrum om inspectie en reparatie.Bijtanken– Schakel de motor uit tijdens het bijtanken, houd het gereedschap uit de buurtvan open vuur en rook niet.– Zorg dat de aardolieproducten niet in contact komen met de huid. Adem debrandstofdampen niet in. Draai altijd beschermende handschoenen tijdens hetbijtanken. Zorg dat u de beschermende kledij regelmatig vervangt en reinigt.– Zorg dat u geen brandstof of olie op de grond morst om grondvervuiling(milieubescherming) te voorkomen. Als u brandstof morst, moet u debosmaaier/graskantmaaier onmiddellijk schoonmaken.– Zorg dat de brandstof niet in contact komt met uw kleding. Als de brandstof incontact komt met uw kleding, moet u onmiddellijk andere kleding aantrekkenom brand te voorkomen.– Inspecteer de brandstofdop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig kanworden gesloten en niet lekt.• Rusten• Vervoer• Bijtanken• Onderhoud• Vervanging onderdelen3 meter