96• Pauzeren• Vervoeren• Brandstof bijvullen• Onderhouden• Onderdelen vervangen3 meterStart de bosmaaier alleen in overeenstemming met de instructies.Gebruik geen enkele andere methode om de motor te starten!–Gebruik de bosmaaier en de gereedschappen uitsluitend voor de beschreven–toepassingen.Start de motor van de benzinegraskantmaaier alleen nadat deze volledig is–gemonteerd. Het gereedschap mag uitsluitend worden gebruikt nadat alletoepasselijke toebehoren zijn gemonteerd!Controleer vóór het starten of het snijgarnituur geen contact maakt met–harde voorwerpen, zoals takken, stenen, enz., omdat tijdens het starten hetsnijgarnituur zal ronddraaien.De motor moet onmiddellijk uitgeschakeld worden in geval van enige motorstoring.–Als het snijgarnituur stenen of andere harde voorwerpen raakt, moet u de–motor onmiddellijk uitschakelen en het snijgarnituur controleren.Controleer het snijgarnituur regelmatig op beschadiging (inspecteren op–haarscheurtjes met de klopgeluidentest).Nadat tegen het gereedschap is gestoten of het is gevallen, controleert–u de conditie van het gereedschap voordat u de werkzaamhedenhervat. Controleer het brandstofsysteem op brandstoflekkage, en debedieningselementen en veiligheidsvoorzieningen op een juiste werking.Als enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt, vraagt u ons erkendeservicecentrum om inspectie en reparatie.Gebruik het gereedschap alleen terwijl het bevestigd is aan het–schouderdraagstel, dat goed moet worden afgesteld voordat de bosmaaierwordt gebruikt. Het is belangrijk het schouderdraagstel af te stellen opde lichaamsgrootte van de gebruiker om vermoeidheid tijdens gebruik tevoorkomen. Houd het multifunctionele aandrijfsysteem nooit met slechts éénhand vast tijdens het gebruik.Houd tijdens gebruik de bosmaaier altijd met twee handen vast.–Zorg er altijd voor dat u stevig staat.Gebruik het gereedschap zo, dat u geen uitlaatgassen kunt inademen. Laat–de motor nooit draaien in een gesloten vertrek (kans op gasverstikking).Koolmonoxide is een geurloos gas.Schakel de motor uit tijdens pauzes en wanneer u het gereedschap–onbeheerd achterlaat, en leg hem op een veilige plaats om gevaar vooranderen en beschadiging van het gereedschap te voorkomen.Leg nooit een warme bosmaaier op droog gras of enige andere ontvlambare–materialen.Breng altijd een goedgekeurde beschermkap van het snijgarnituur aan op het–gereedschap voordat u de motor start.Als u dat niet doet, kan aanraking van het snijgarnituur leiden tot ernstigpersoonlijk letsel.De hele veiligheidsuitrusting en alle beschermkappen die bij het gereedschap–zijn geleverd, moeten tijdens het werk worden gebruikt.Gebruik het gereedschap nooit met een defecte uitlaatdemper.–Schakel de motor uit tijdens het vervoer.–Wanneer u het gereedschap vervoert, bevestigt u altijd de beschermkap op–het snijblad.Leg tijdens vervoer per auto het gereedschap op een veilige plaats om te–voorkomen dat er brandstof uit lekt.Wanneer u het gereedschap vervoert, moet u ervoor zorgen dat de–brandstoftank volledig leeg is.Let erop dat bij het uitladen van het gereedschap uit de auto de motor niet op–de grond valt omdat hierdoor de brandstoftank ernstig kan worden beschadigd.Behalve in noodgevallen mag u het gereedschap nooit op de grond laten vallen–of weggooien omdat hierdoor het gereedschap zwaar beschadigd kan raken.Let erop dat u het volledige gereedschap van de grond tilt wanneer u het–verplaatst. Het is bijzonder gevaarlijk de brandstoftank over de grond te slepenen dit zal beschadiging en lekkage veroorzaken die kan leiden tot brand.Brandstof bijvullenSchakel de motor uit alvorens brandstof bij te vullen, blijf uit de buurt van–open vuur en rook niet.Vermijd huidcontact met minerale-olieproducten. Adem de brandstofdampen–niet in. Draag altijd veiligheidshandschoenen tijdens het bijvullen van debrandstof. Zorg dat u de beschermende kleding regelmatig vervangt en reinigt.Wees voorzichtig geen brandstof of olie te morsen om bodemverontreiniging–te voorkomen (milieubescherming). Reinig de bosmaaier onmiddellijk nadatbrandstof erop is gemorst.Vermijd dat brandstof in aanraking komt met uw kleding. Kleed u onmiddellijk om–als brandstof op uw kleding is gemorst (om te voorkomen dat de kleding vlam vat).Inspecteer de brandstofvuldop regelmatig om zeker te zijn dat de dop stevig–kan worden aangedraaid en niet lekt.Draai de brandstofvuldop stevig vast. Verplaats het gereedschap voordat u de–motor start (tenminste 3 meters afstand tot de plaats waar brandstof is bijgevuld.)Vul nooit brandstof bij in een gesloten vertrek. Brandstofdampen verzamelen–zich vlak boven de vloer (risico van explosie.)Vervoer en bewaar brandstof alleen in goedgekeurde tanks. Zorg dat de–opgeslagen brandstof niet toegankelijk is voor kinderen.