111Terugslag en vastlopen- Tijdens het werken met de doorslijpmachine bestaat het gevaar van terugslag envastlopen.- Terugslag treedt op wanneer het bovenste deel van de doorslijpschijf wordtgebruikt voor het doorslijpen (15).- Hierdoor wordt de doorslijpmachine met grote kracht en ongecontroleerd in derichting van de gebruiker teruggeworpen. Gevaar van letsel!Om terugslag te voorkomen, houdt u rekening met het volgende:- Slijp nooit met het segment van de doorslijpschijf aangegeven in afbeelding 15.Wees bijzonder voorzichtig wanneer u de schijf opnieuw inbrengt in eenreeds bestaande snede!- Vastlopen treedt op wanneer de snede vernauwt (scheur, of werkstuk onderspanning).- Hierdoor springt de doorslijpmachine plotseling, ongecontroleerd en met grotekracht naar voren. Gevaar van letsel!Om vastlopen te voorkomen, houdt u rekening met het volgende:- Wanneer u de schijf opnieuw in een bestaande snede inbrengt, laat u dedoorslijpmachine op maximumtoerental draaien. Slijp altijd op maximumtoerental.- Ondersteun het werkstuk altijd zo dat de snede onder zodanige spanningstaat (16) dat deze niet wordt dichtgedrukt en de doorslijpschijf kan vastlopennaarmate hij door het materiaal slijpt.- Breng bij het aanvangen van een snede de schijf voorzichtig in aanraking met hetwerkstuk.Duw de schijf niet botweg in het materiaal.- Slijp nooit meer dan één stuk materiaal tegelijk. Let er bij het doorslijpen op datde schijf geen ander werkstuk raakt.Gedrag tijdens het werk / Werkwijze- Voordat u begint te werken, controleert u het werkgebied op eventuele gevaren(zoals elektrische draden, brandbare materialen, enz.). Markeer het werkgebiedduidelijk (bijvoorbeeld met waarschuwingsborden of door het gebied af te zetten).- Wanneer u met de doorslijpmachine werkt, houdt u hem stevig vast aan de voor-en achterhandgrepen. Laat de doorslijpmachine nooit onbeheerd achter!- Gebruik indien mogelijk de doorslijpmachine op zijn nominale astoerental (zie“Technische gegevens”).- Gebruik de doorslijpmachine alleen wanneer u goed licht en zicht hebt.Wees bedacht op gladde of natte plaatsen en op ijs en sneeuw (kans opuitglijden).- Werk nooit op onstabiele oppervlakken. Zorg ervoor dat zich in het werkgebiedgeen obstakels bevinden (kans op struikelen). Zorg er altijd voor dat u stevigstaat.- Slijp nooit boven schouderhoogte (17).- Sta nooit op een ladder bij het doorslijpen (17).- Gebruik de doorslijpmachine nooit terwijl u op een steiger staat.- Leun niet te ver naar voren tijdens het werk. Bij het neerzetten en oppakken vande doorslijpmachine, buigt u niet uw bovenlichaam voorover, maar buigt u uwknieën. Denk om uw rug!- Geleid de doorslijpmachine op zo’n manier dat geen enkel deel van uw lichaamzich binnen het werpgebied van de schijf bevindt (18).- Gebruik doorslijpschijven alleen in de materialen waarvoor ze zijn ontworpen.- Gebruik de doorslijpmachine niet om stukjes materiaal en andere voorwerpen opte pakken en weg te schuiven.Belangrijk! Alvorens door te slijpen, verwijdert u alle vreemde voorwerpen,zoals stenen, kiezels, spijkers, enz., uit het slijpgebied. Anders kunnen dergelijkevoorwerpen met hoge snelheid worden weggeworpen door de schijf. Gevaar vanletsel!- Wanneer u een werkstuk op lengte doorslijpt, gebruikt u een stevigeondersteuning. Indien nodig, zet u het werkstuk vast zodat het niet kanwegglijden, maar houdt het niet op zijn plaats met uw voet en laat een ander hetniet vasthouden.- Wanneer u een rond werkstuk doorslijpt, zet u dit vast zodat het niet kanronddraaien.- Wanneer u de doorslijpmachine vanuit de hand gebruikt, bevestigt u de slijpkopalleen aan de zijkant op de doorslijpmachine wanneer dit echt nodig is.In alle andere gevallen gebruikt u de centrale positie. Hiermee heeft dedoorslijpmachine een betere balans en wordt de gebruiker minder snel moe.15161718