Hoofdstuk 6. Problemen oplossenIn dit hoofdstuk worden de diagnoseprogramma’s besproken waarmee u pro-blemen die zich voordoen tijdens het gebruik van de computer, kunt opsporenen verhelpen. Dit hoofdstuk bevat ook informatie over optiediskettes en hoe ueen bijwerkfout van het programma IBM BIOS Setup herstelt.OpmerkingAls uw computer niet wil opstarten nadat u de aan/uit-schakelaar hebtingedrukt, doet u het volgende:v Controleer of het netsnoer van de computer is aangesloten op eenwerkend stopcontact.v Controleer of alle kabels op de juiste plaats zijn aangesloten en of zegoed vast zitten.Als het probleem blijft bestaan, moet de computer worden nagezien.Problemen met uw computer kunnen ontstaan door fouten in de hardware ofde software, of door fouten van de gebruiker (als u bijvoorbeeld het verkeerdebestand wist).Met de hieronder beschreven diagnosemiddelen kunt u dezeproblemen zelf oplossen, of waardevolle informatie verzamelen die u aan eenonderhoudstechnicus kunt doorgeven.Volg voor het controleren van de hardware de procedures die in dit hoofdstukworden beschreven. U kunt tevens gebruik maken van de diagnose-programma’s die bij de computer zijn geleverd (zie “IBM EnhancedDiagnostics” op pagina 69 voor een beschrijving van deze programma’s).Als de hardware in orde is en u zelf geen fouten hebt gemaakt, zijn er mis-schien problemen met de software. Als u vermoedt dat er sprake is van eensoftwareprobleem en uw computer bevat door IBM vooraf geïnstalleerde soft-ware, raadpleegt u “IBM Enhanced Diagnostics” op pagina 69 voor informatieover het programma IBM Enhanced Diagnostics. Raadpleeg ook de documen-tatie van het besturingssysteem die met uw computer is geleverd. Raadpleegde documentatie die bij de software is geleverd als u zelf software hebtgeïnstalleerd.De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar om een diagnose te maken vanproblemen met de hardware:v Zelftest bij opstarten (POST)v Procedure voor het verhelpen van problemen© Copyright IBM Corp. 2000 49