– 12– Temperatuurbegrenzer rookgas is inwerking gezet. Apparaat uitschakelen. Reset-knop van de uitlaatgastempera-tuurregelaar aan de elektrische kast in-drukken. Apparaat inschakelen.– Uitlaatgastemperatuurregelaar is op-nieuw in werking getreden. Apparaat laten controleren door deklantendienst.– Brandstofreservoir leeg Bijvullen.– Vloeibare ontharder is leeg, om techni-sche redenen blijft altijd een rest in hetreservoir achter. Bijvullen.– Elektroden in het reservoir vervuild Elektroden reinigen.Instructies in de gebruiksaanwijzing van demotorfabrikant in acht nemen!– Beide bougies (motor) vervuild / defect Bougies reinigen of vervangen.– Brandstoffilter vervuild Brandstoffilter reinigen of vervangen.– Brandstofpomp defect Brandstofpomp vervangen (klantendienst).– Toerental van de motor te laag Toerental van de motor controleren (zieTechnische gegevens).– Eén van beide bougies (motor) vervuild/ defect Bougie reinigen of vervangen.– Verkeerde sproeier Sproeier controleren op juist formaat(zie „Technische gegevens“).– Sproeier verstopt/geërodeerd Sproeier reinigen/vervangen.– Zeef in de wateraansluiting vervuild. Zeef reinigen.– Fijne filter verontreinigd Fijn filter reinigen.– Watertoevoerhoeveelheid te laag Watertoevoerhoeveelheid controleren(zie Technische gegevens).– Toevoerleidingen naar de pomp ondichtof verstopt Alle toevoerleidingen naar de pompcontroleren.– Vlotterklep in de vlottercontainer klemt Vlotterklep herstellen.– Hogedruksysteem ondicht Hogedruksysteem en aansluitingen opdichtheid controleren en indien nodigafdichten.– Overstroomventiel defect Overstroomventiel vervangen (klanten-dienst).– Lucht in het systeemPomp ontluchten: Reinigingsmiddel-doseerapparaat op„0“ stellen. Watertoevoer openen. Motor overeenkomstig de gebruiksaan-wijzing van de motorfabrikant starten. Voor de ontluchting van het apparaatde sproeier losschroeven en het appa-raat laten draaien tot het water zonderluchtbellen vrijkomt. Apparaat uitschakelen en sproeier op-nieuw vastschroeven.– Pomp ondichtInstructie: Toegelaten zijn 3 druppels/minuut. Bij sterkere ondichtheid het apparaatdoor de klantendienst laten controleren.Hulp bij storingenControlelampje brandstof licht opControlelampje vloeibare ontharderbrandtMotor draait nietApparaat bouwt geen druk meer op Hogedrukpomp ondicht81NL