73 NEDERLANDS15. Gebruik uitsluitend zaagbladen die zijn gemar-keerd met een maximumtoerental dat gelijk isaan of hoger is dan het nullasttoerental aange-geven op het gereedschap.16. Als het gereedschap is toegerust met een laserof LED, vervang dan nooit de laser of LED dooréén van een ander type. Vraag een erkendeservicecentrum het gereedschap te repareren.17. Verwijder nooit afgezaagde delen of anderedelen van het werkstuk uit het zaaggebiedterwijl het gereedschap draait met een onbe-schermd zaagblad.18. Zaag nooit uit de vrije hand. Tijdens alle bedie-ningen moet het werkstuk door de spanschroefstevig tegen het draaibaar voetstuk en de geleiderworden gedrukt. Gebruik nooit uw hand om hetwerkstuk tijdens het zagen vast te houden.19. Zorg vóór elke zaagsnede dat het gereedschapgoed stabiel is.20. Monteer het gereedschap aan een werkbankwanneer dat nodig is.21. Ondersteun lange werkstukken met geschikteextra steunen of schragen.22. Ga nooit zagen in een werkstuk dat te klein isom stevig in de spanschroef te klemmen. Eenwerkstuk dat niet goed vast zit kan terugslag endaardoor ernstig persoonlijk letsel veroorzaken.23. Reik nooit rondom het zaagblad.24. Schakel het gereedschap uit en wacht totdathet zaagblad volledig tot stilstand is gekomenalvorens het werkstuk te verwijderen of instel-lingen te veranderen.25. Koppel de stekker los van de netstroom en/of haal de accu uit het elektrisch gereedschapalvorens het zaagblad te verwisselen of onder-houd aan het gereedschap uit te voeren.26. De aanslagpen die de zaagkop in de onderstestand vergrendelt, wordt alleen gebruikt voorhet dragen en opbergen van het gereedschapen niet voor zaagbedieningen.27. Gebruik het gereedschap niet in de nabijheidvan ontvlambare gassen of vloeistoffen. Deelektrische werking van het gereedschap kan eenexplosie en brand veroorzaken bij blootstellingaan ontvlambare vloeistoffen of gassen.28. Gebruik alleen flenzen die voor dit gereed-schap zijn bestemd.29. Pas op dat u de as, de flenzen (vooral hunmontagevlak) of de bout niet beschadigt.Beschadiging van deze onderdelen kan zaag-bladbreuk veroorzaken.30. Zorg dat het draaibaar voetstuk goed vastgezetis, zodat het tijdens het zagen niet kan bewegen.31. Verwijder voor uw eigen veiligheid zaagafval,stukjes hout e.d. van de werktafel alvorens tegaan zagen.32. Vermijd het zagen op spijkers. Inspecteer hetwerkstuk en verwijder alle eventuele spijkersalvorens met het zagen te beginnen.33. Zet de asvergrendeling in de vrije stand alvo-rens de trekschakelaar in te drukken.34. Zorg ervoor dat het zaagblad in zijn laagstepositie niet in aanraking komt met het draai-baar voetstuk.35. Houd het handvat stevig vast. Denk eraan datde zaag bij het starten en stoppen even op- enneergaat.36. Zorg dat het zaagblad bij het inschakelen nietin contact is met het werkstuk.37. Laat het gereedschap een tijdje draaienalvorens het op het werkstuk te gebruiken.Controleer op trillingen of schommelingen dieop onjuiste montage of op een slecht uitgeba-lanceerd zaagblad kunnen wijzen.38. Wacht totdat het zaagblad op het maximaletoerental draait alvorens het werkstuk tezagen.39. Stop onmiddellijk met zagen indien u ietsabnormaals opmerkt.40. Probeer niet om de trekschakelaar in de inge-schakeld positie te vergrendelen.41. Blijf te allen tijde geconcentreerd, met nametijdens zich herhalende, monotone bedienin-gen. Laat u niet door een vals gevoel van vei-ligheid misleiden. Zaagbladen zijn altijd uiterstgevaarlijk.42. Gebruik uitsluitend de accessoires die in dezegebruiksaanwijzing worden aanbevolen. Hetgebruik van ongeschikte accessoires, zoalsslijpschijven, kan letsel veroorzaken.43. Wees voorzichtig wanneer u gleuven zaagt.44. Stof dat tijdens de werkzaamheden vrijkomt,kan chemische bestanddelen bevatten diekanker, geboortedefecten of andere voortplan-tingsschade kunnen veroorzaken. Een paarvoorbeelden van deze chemicaliën zijn:• lood van loodhoudende verfstoffen, en• arseen en chroom van chemisch behan-deld hout.Het gevaar van blootstelling hangt af van hoevaak u dit soort werk uitvoert. Om blootstel-ling aan deze chemicaliën tot een minimum tebeperken, dient u in een goed geventileerdeomgeving te werken en gebruik te maken vangoedgekeurde veiligheidsmiddelen zoals stof-maskers die speciaal ontworpen zijn voor hetfiltreren van microscopische deeltjes.45. Zorg altijd dat het zaagblad scherp en schoonis om het voortgebrachte geluid tot een mini-mum te beperken.46. De gebruiker dient volledig vertrouwd te zijnmet het gebruik, de afstelling en de bedieningvan het gereedschap.BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.WAARSCHUWING: Laat u NIET misleidendoor een vals gevoel van comfort en bekendheidmet het gereedschap (na veelvuldig gebruik) enneem alle veiligheidsvoorschriften van het betref-fende product altijd strikt in acht. VERKEERDGEBRUIK of het niet volgen van de veiligheids-voorschriften vermeld in deze gebruiksaanwijzingkan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.