Nederlands-22Problemen oplossenGeen beeld• De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten opde poort van de videokaart/computer.• Zorg dat de videokaart correct in de computer is geplaatst.• Zorg dat de aan/uit-knop van de computer en de aan/uit-knop aan de voorkant van de monitor zijn ingeschakeld.• Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijkeen ondersteunde modus is geselecteerd.(Raadpleeg de documentatie bij de grafische kaart of hetsysteem als u de grafische modus wilt wijzigen.)• Controleer of de monitor en videokaart met elkaarcompatibel zijn en aan de aanbevolen instellingenbeantwoorden.• Controleer of de connector van de signaalkabel geengebogen of ingedrukte pinnen heeft.De aan/uit-knop reageert niet• Haal de stekker van de voedingskabel van de monitor uithet stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuwde fabrieksinstellingen te laden.Ingebrand beeld• Bij de LCD-technologie kan een fenomeen optreden datbekend staat als een “inbranding”. Een inbranding ofingebrand beeld wordt duidelijk wanneer de “geest” van eenvorig beeld op het scherm zichtbaar blijft. In tegenstelling totCRT-monitoren is een inbranding op een LCD-monitor nietvan blijvende aard, maar de weergave van niet-veranderende beelden gedurende langere tijd moet wordenvermeden. U maakt de inbranding ongedaan door demonitor net zo lang uitgeschakeld te laten als het vorigebeeld op het scherm is weergegeven. Als een beeldbijvoorbeeld gedurende één uur is weergegeven en de“geest” van dat beeld blijft achter, schakelt u de monitor éénuur uit om het ingebrande beeld ongedaan te maken.OPMERKING: zoals bij alle andere persoonlijkeweergaveapparaten raadt NEC DISPLAYSOLUTIONS u aan regelmatig gebruik te makenvan bewegende beelden en een bewegendeschermbeveiliging wanneer het scherm inactiefis of de monitor uit te schakelen als u deze nietgebruikt.Het beeld is onstabiel, onscherp of er zijn golven op hetscherm• De signaalkabel moet goed en volledig zijn aangesloten opde poort van de computer.• Gebruik de OSM-besturingselementen van Image Adjust omhet beeld scherp te stellen en stel het beeld juist af met hetbesturingselement Fine. Wanneer u van weergavemodusverandert, dient u de OSM-instellingen van Image Adjustmogelijk opnieuw aan te passen.• Controleer of de monitor en videokaart met elkaarcompatibel zijn en aan de aanbevolen signaaltimingsbeantwoorden.• Als uw tekst als een reeks betekenisloze tekens verschijnt,stelt u de beeldmodus in op non-interlaced en gebruikt ueen beeldverversingsfrequentie van 60 Hz.Beeld van componentsignaal is enigszins groen• Controleer of de DVD/HD-ingangsconnector isgeselecteerd.Het lampje van de monitor brandt niet (geen groene of rodekleur zichtbaar)• De aan/uit-schakelaar moet zijn ingeschakeld en devoedingskabel moet zijn aangesloten.• Controleer of de computer niet in een energiebesparendestand staat (druk op een toets op het toetsenbord ofverschuif de muis even).RODE LED op monitor knippert• Mogelijk heeft zich een storing voorgedaan. Neem contactop met het dichtstbijzijnde geautoriseerde Display-servicecentrum van NEC DISPLAY SOLUTIONS.Het weergegeven beeld heeft verkeerde afmetingen• Gebruik de OSM-besturingselementen van Image Adjust omde afmetingen van het beeld te wijzigen.• Controleer of op de videokaart of het systeem wel degelijkeen ondersteunde modus is geselecteerd.(Raadpleeg de documentatie bij de grafische kaart of hetsysteem als u de grafische modus wilt wijzigen.)De geselecteerde resolutie wordt niet goed weergegeven• Gebruik het OSM om het menu Information te openen encontroleer of de juiste resolutie is geselecteerd. Als dat niethet geval is, selecteert u de juiste resolutie.Geen geluid• Controleer of de kabel van de luidspreker correct is aangesloten.• Controleer of de geluidsdemping is ingeschakeld.• Controleer of het volume op de minimumwaarde isingesteld.De afstandsbediening is niet beschikbaar• Controleer de status van de batterijen van de afstandsbediening.• Controleer of de batterijen goed in de afstandsbedieningzijn geplaatst.• Controleer of de afstandsbediening op de sensor voor deafstandsbediening van de monitor is gericht.• Controleer de status van de afstandsbediening.• De afstandsbediening werkt misschien niet als deafstandsbedieningssensor van de LCD-monitor in contactkomt met direct zonlicht of sterke verlichting of als er zicheen object in het pad bevindt.“SCHEDULE”/“OFF TIMER” functie werkt niet goed• De “SCHEDULE” functie wordt uitgeschakeld wanneer defunctie “OFF TIMER” wordt ingesteld.• Als de functie “OFF TIMER” is ingeschakeld en de LCD-monitor is uitgeschakeld door onverwachte onderbrekingvan de stroomtoevoer, wordt de instelling “OFF TIMER”gereset.PIP (Picture In Picture, Beeld in beeld) functioneert niet• Controleer de resolutie van het ingangssignaal. PIPfunctioneert niet met alle soorten “1080i”-ingangssignalen.De PIP-functie werkt met 1080p-signalen.RS232-C werkt niet• Zorg ervoor dat de monitor zich niet in de modus “EcoStandby” bevindt (zie pagina English-27).Sneeuw, slecht geluid in tv• Controleer de antenne- of kabelaansluiting. Gebruikzonodig nieuwe kabel.Interferentie in tv• Controleer de afscherming van de onderdelen; plaats zezonodig verder van de monitor af.Er kunnen lichte verticale of horizontale strepen verschijnen, afhankelijk van het specifieke weergavepatroon. Dit is geen defect ofverslechtering van het product.08_Dutch 18/12/06, 9:01 AM22