10 NlVOORBEREIDINGEN• Sluit dit toestel of andere componenten pas op het lichtnet aan nadat alle aansluitingen tussen componenten zijnvoltooid.• Alle aansluitingen moeten correct zijn: L (links) naar L, R (rechts) naar R, “+” naar “+” en “–” naar “–”. Als deaansluitingen niet kloppen, wordt er geen geluid weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van deluidsprekeraansluitingen niet correct is, klinkt de weergave onnatuurlijk met te weinig lage tonen. Raadpleeg degebruikershandleiding van elk van uw componenten.• Laat blootliggende luidsprekerdraden niet met elkaar of met metalen onderdelen van het toestel in contact komen. Hierdoorkunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.AansluitingenLuidsprekers en broncomponenten aansluitenLET OPOpnameapparaten aansluitenU kunt audio-opnameapparaten met de LINE 3 (REC)-aansluitingen verbinden. Deze aansluiting voert de geselecteerdeingangssignalen uit (van COAXIAL, OPTICAL, LINE 1-2, TUNER en CD).• Zorg dat de LINE 3 (REC)-aansluitingen alleen worden gebruikt om opnameapparatuur aan te sluiten.• Als u LINE 3 als de signaalbron selecteert, wordt de audioweergave van de LINE 3 (REC)-aansluitingen gedempt.ABPB1 2 3RECSPEAKERSCD LINEANTENNAFM AM75 ΩDC OUT5V 0.5ANETWORKDIGITALCOAXIALOPTICALOC Audio-uitgangCD-spelerTV enz.Luidsprekers AAudio-uitgang(digitaal coaxiaal) Audio-ingangAudio-uitgangLuidsprekers BCD-recorder, enz.Audio-uitgang(digitaal optisch)BD/DVD-speler, enz.Opmerkingen