U kunt sommige audio-instellingen kiezen. Deze hebben enkeleffect tijdens de weergave van DVD’s.Druk in de stopstand op de SETUP-toets.Druk op de Cursortoetsen (s of B) om CUSTOM teselecteren en druk vervolgens op de ENTER-toets.• De CUSTOM-modus verschijnt.Druk op de Cursortoetsen(s of B) om AUDIO te selecteren en drukvervolgens op de ENTER-toets om te bevestigen.Druk op de Cursortoetsen (K of L) om de eenitem te selecteren en druk vervolgens op deENTER-toets.• Dit menudisplay heeft twee pagina’s. Drukherhaaldelijk op de Cursortoets (L) om devolgende pagina te tonen.DRC (Dynamic Range Control)(Standaard: AAN)• Hiermee kan het bereik van hetgeluidsvolume wordengecomprimeerd.• De DRC-functie is alleenbeschikbaar voor discs die zijnopgenomen in het Dolby Digital-formaat.4321– 28 – DUAUDIODRC AANLPCM UITDOLBY DIGITAL BITSTREAMDTS BITSTREAMMPEG PCMLage tonen versterker UITAUDIO MODE HDMIAudio-instellingPROG.MODE (Standaard: AUTO1)• Druk op de cursortoetsen (K of L)om een modus voor progressievescanuitvoer te kiezen en drukvervolgens op de ENTER-toets.• AUTO1: modus geschikt voorbeelden op filmmateriaal.• AUTO2: modus geschikt voorbeelden op filmmateriaalmet 30 frames per seconde.• VIDEO1: modus voor normaal videomateriaal.• VIDEO2: modus voor videomateriaal met weinigbewegingen.• VIDEO3: modus voor videomateriaal met veel bewegingen.HDMI keuze (Standaard: YCbCr)• Kies YCbCr of RGB als HDMI-uitvoermodus.• Wanneer het aangeslotenapparaat niet compatibel is metYCbCr, wordt het HDMI-signaal alsRGB uitgevoerd, ongeacht deinstelling.HDMI BEELD (Standaard: NORMAAL)• Kies NORMAAL of VERSTERKTals HDMI-beeldmodus.• Kies voor VERSTERKT als hetzwart-witcontrast niet duidelijk is.• Deze instelling heeft alleen effectvoor de HDMI-uitvoermodus RGB.Druk op de SETUP-toets om af te sluiten en denieuwe instellingen te activeren.OPMERKINGEN:• De instelling wordt pas van kracht wanneer u op deSETUP-toets drukt.• Wanneer de VIDEO UIT-instelling wordt gewijzigd (SCART,COMPONENT INTERLINIEREN of COMPONENTPROGRESSIEF), maakt u een verbinding met een video-aansluiting of een S-video-aansluiting op hettelevisietoestel. Als de instelling wordt veranderd naar bijv.SCART, terwijl de Componentvideo-aansluitingen op hettelevisietoestel is aangesloten, wordt het videosignaalvervormd weergegeven.5Display-instellingU kunt bepaalde elementen van de DVD-displayschermen, destilbild-, progressief- en HDMI-Instellingen wijzigen.Druk in de stopstand op de SETUP-toets.Druk op de Cursortoetsen(s of B) om CUSTOM teselecteren en druk vervolgensop de ENTER-toets.• De CUSTOM-modus verschijnt.Druk op de Cursortoetsen(s of B) om BEELDSCHRMte kiezen, en daarna op de ENTER-toets om uwkeuze te bevestigen.Druk op de Cursortoetsen (K of L) om deonderstaande items te selecteren en drukvervolgens op de ENTER-toets.TV ASPECT (Standaard: 4:3 LETTER BOX)• Druk op de Cursortoetsen (K ofL) om een item te kiezen, endaarna op de ENTER-toets om uwkeuze te bevestigen.• Kies 4:3 LETTER BOX. Aan deboven- en onderkant van hetscherm kunnen zwarte balkenverschijnen, afhankelijk van deverhouding van het TV-scherm.• Kies 4:3 PAN & SCAN voor een gewoon hoog beeld metafgesneden zijkanten.• Kies 16:9 WIDE als een breedbeeld televisietoestel op deDVD-speler is aangesloten.• Kies 4:3 SQUEEZE wanneer het TV-scherm horizontaal tebreed is bij instelling van 16:9 WIDE en het onmogelijk isde schermafmetingen met de bedieningselementen van deTV af te stellen.STILBEELD (Standaard: AUTO)• Druk op de Cursortoetsen (K ofL) om een item te kiezen (AUTO,FIELD of FRAME) en drukvervolgens op de ENTER-toets.• Deze functie maakt het mogelijkom de resolutie en de kwaliteit vanhet beeld van de stilbeeldweergave in te stellen.• Een individueel beeld op het televisiescherm wordt een"frame" genoemd. Dit frame bestaat uit twee apartebeelden die "velden" worden genoemd. Door deeigenschappen van de beeldgegevens kunnen sommigebeelden bij de instelling AUTO van stilbeeldweergaveenigszins wazig zijn.• AUTO: Selecteert automatisch de beste resolutie (FRAMEof FIELD) op basis van de eigenschappen van debeeldgegevens.• FIELD: Selecteer FIELD wanneer het beeld onstabiel is,ook als de instelling AUTO is geselecteerd. De instellingFIELD stabiliseert het beeld, maar door de geringehoeveelheid van beeldgegevens gaat dit iets ten koste vande beeldkwaliteit.• FRAME: Selecteer FRAME om beelden waarin weinigbewegingen voorkomen met een hogere resolutie weer tegeven. De instelling FRAME zorgt voor een beterebeeldkwaliteit, maar door de gelijktijdige uitgang van debeeldgegevens voor twee velden kan het beeld enigszinsonstabiel worden.VIDEO UIT (Standaard: SCART)• Druk op de Cursortoetsen (K of L)om een item te kiezen (SCART,COMPONENT INTERLINIEREN ofCOMPONENT PROGRESSIEF) endruk vervolgens op de ENTER-toets.• Deze instelling wordt van krachtwanneer u het instelscherm afsluitdoor op de SETUP-toets te drukken.• Wanneer VIDEO UIT is ingesteld op COMPONENTPROGRESSIEF, verschijnt P.SCAN op het voorpaneeldisplayvan de DVD-speler na het afsluiten van het instelscherm.• Zie pagina 12 voor meer informatie.• In de HDMI-uitvoermodus worden signalen altijd alsInterliniëren uitgevoerd, ook wanneer VIDEO UIT isingesteld op COMPONENT PROGRESSIEF.QUICK4321TV ASPECT 4:3 LETTER BOXSTILBEELD AUTOVIDEO UIT SCARTPROG.MODE AUTO1HDMI keuze YCbCrHDMI BEELD NORMAALBEELDSCHRMSCARTCOMPONENT INTERLINIERENCOMPONENT PROGRESSIEFVIDEO UITBEELDSCHRMTV ASPECT4:3 LETTER BOX4:3 PAN & SCAN16:9 WIDE4:3 SQUEEZEBEELDSCHRMAUTOFIELDFRAMESTILBEELDBEELDSCHRMBEELDSCHRMAUTO1AUTO2VIDEO1VIDEO2VIDEO3PROG.MODEBEELDSCHRMTV ASPECT 4:3 LETTER BOXSTILBEELD AUTOVIDEO UIT SCARTPROG.MODE AUTO1HDMI keuze YCbCrHDMI BEELD NORMAALBEELDSCHRMTV ASPECT 4:3 LETTER BOXSTILBEELD AUTOVIDEO UIT SCARTPROG.MODE AUTO1HDMI keuze YCbCrHDMI BEELD NORMAALAUDIODRC AANLPCM UITDOLBY DIGITAL BITSTREAMDTS BITSTREAMMPEG PCMLage tonen versterker UITAUDIO MODE HDMIAUDIOHDMI AUDIO 2 KanaalsANALOOG AUDIO 2 KanaalsDVD-INSTELLINGEN