87 NEDERLANDSBESCHRIJVING VAN DEFUNCTIESWAARSCHUWING: Zorg ervoor dat hetgereedschap is uitgeschakeld en dat de accu isverwijderd voordat u de functies van het gereed-schap aanpast of controleert. Als het gereedschapniet wordt uitgeschakeld en de accu niet uit hetgereedschap wordt verwijderd, kan dat na per onge-luk inschakelen leiden tot ernstig persoonlijk letsel.De accu aanbrengen en verwijderenLET OP: Schakel het gereedschap altijd uitvoordat u de accu aanbrengt of verwijdert.LET OP: Houd het gereedschap en de accustevig vast tijdens het aanbrengen of verwijderenvan de accu. Als u het gereedschap en de accu nietstevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippenen het gereedschap of de accu beschadigen, of kanpersoonlijk letsel worden veroorzaakt.► Fig.8: 1. Rood deel 2. Knop 3. AccuOm de accu te verwijderen verschuift u de knop aan devoorkant van de accu en schuift u tegelijkertijd de accuuit het gereedschap.Om de accu aan te brengen lijnt u de lip op de accu uitmet de groef in de behuizing en duwt u de accu op zijnplaats. Steek de accu zo ver mogelijk in het gereed-schap tot u een klikgeluid hoort. Als u het rode deel aande bovenkant van de knop kunt zien, is de accu nietgoed aangebracht.LET OP: Breng de accu altijd helemaal aantotdat het rode deel niet meer zichtbaar is. Alsu dit niet doet, kan de accu per ongeluk uit hetgereedschap vallen en u of anderen in uw omgevingverwonden.LET OP: Breng de accu niet met kracht aan.Als de accu niet gemakkelijk in het gereedschapkan worden geschoven, wordt deze niet goedaangebracht.OPMERKING: Het gereedschap werkt niet alsslechts één accu is aangebracht.Gereedschap-/accubeveiligingssysteemHet gereedschap is voorzien van een gereedschap-/accubeveiligingssysteem. Dit systeem schakelt auto-matisch de voeding naar de motor uit om de levensduurvan het gereedschap en de accu te verlengen. Hetgereedschap kan tijdens het gebruik automatisch stop-pen als het gereedschap of de accu aan één van devolgende omstandigheden wordt blootgesteld:OverbelastingsbeveiligingWanneer het gereedschap wordt gebruikt op eenmanier die een abnormaal hoge stroomsterkte vergt,stopt het gereedschap automatisch zonder dat eenindicatorlampje gaat branden. Schakel in dat geval hetgereedschap uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dathet gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna hetgereedschap weer in om verder te gaan.OververhittingsbeveiligingAan KnippertWanneer het gereedschap oververhit is, stopt hetgereedschap automatisch en knippert het accu-indi-catorlampje gedurende ongeveer 60 seconden. In diesituatie laat u het gereedschap eerst afkoelen voordat uhet gereedschap opnieuw inschakelt.Beveiliging tegen te ver ontladenAls de acculading laag is, stopt het gereedschap auto-matisch. Als het gereedschap niet werkt, ook niet wan-neer de schakelaars worden bediend, verwijdert u deaccu’s vanaf het gereedschap en laadt u de accu’s op.De resterende acculadingcontroleren► Fig.9: 1. Accu-indicatorlampje 2. TestknopDruk op de testknop om de resterende acculadingente zien. De accu-indicatorlampjes geven per accu deresterende acculading aan.Toestand van accu-indicator ResterendeacculadingAan Uit Knippert50% tot 100%20% tot 50%0% tot 20%Laad de accuop.