81 NEDERLANDSHorizontale spanschroefOptioneel accessoireWAARSCHUWING: Zet het werkstuk alleenvast wanneer de indicator bovenaan staat. Als u ditQLHWGRHW]DOKHWZHUNVWXNPRJHOLMNQLHWJRHGYDVWJH-]HW]LMQ+HWZHUNVWXNNDQGDQZHJJHVOLQJHUGZRUGHQwat kan leiden tot beschadiging van het zaagblad ofverlies van controle over het gereedschap, waardoorSHUVRRQOLMNOHWVHONDQZRUGHQYHURRU]DDNWŹFig.39: 1. Spanschroefknop 2. Indicator3. Spanschroefas 4. Voetstuk'HKRUL]RQWDOHVSDQVFKURHINDQDDQGHOLQNHU]LMGHYDQde gereedschapsvoet worden geïnstalleerd.Door de knop van de spanschroef linksom te draaienZRUGWGHVSDQVFKURHILQGHYULMHVWDQGJH]HWHQNXQWu de spanschroefas snel naar binnen en naar buitenbewegen. Door de spanschroefknop rechtsom tedraaien wordt de spanschroef vastgezet.Om het werkstuk vast te klemmen, draait u de span-schroefknop langzaam rechtsom totdat de indicatorhelemaal bovenaan staat, en daarna draait u de knopstevig vast. Wanneer de spanschroefknop naar binnenRIQDDUEXLWHQZRUGWJHWURNNHQWHUZLMOXKHPUHFKWVRPdraait, kan de indicator onder een hoek stoppen. In ditgeval draait u de spanschroefknop terug linksom totdatde spanschroef los komt, en dan draait u hem weerlangzaam rechtsom.De maximale breedte van de horizontale spanschroefis 120 mm.Steunstangen en steunstanghouderOptioneel accessoireWAARSCHUWING: Ondersteun een langwerkstuk altijd zodanig dat het horizontaal ligtmet de draaibaar voetstuk om een nauwkeurigezaagsnede te verkrijgen en om gevaarlijk verliesvan controle over het gereedschap te voorko-men. Een goede ondersteuning van het werkstukhelpt voorkomen dat het zaagblad vastloopt en eenPRJHOLMNHWHUXJVODJRSWUHHGWGLHNDQOHLGHQWRWHUQVWLJSHUVRRQOLMNOHWVHOU kunt de steunstangen en de steunstanghouder (optio-QHHODFFHVVRLUH DDQEHLGH]LMGHQYDQKHWJHUHHGVFKDSaanbrengen als handig hulpmiddel om de werkstukkenhorizontaal te ondersteunen.6WHHN]HLQGH]LMNDQWYDQKHWJHUHHGVFKDSHQGUDDLdaarna de schroeven stevig vast om ze te bevestigen.ŹFig.40: 1. Steunstangen 2. SteunstanghouderGebruik de steunstangen en steunstanghouder (opti-oneel accessoire) voor het zagen van lange werkstuk-ken. Deze bestaat uit twee steunstanghouders en tweesteunstangen 12.ŹFig.41: 1. Steunstanghouder 2. Steunstang 12BEDIENINGWAARSCHUWING: Zorg ervoor dat het zaag-blad niet in aanraking is met het werkstuk e.d.voordat u de trekschakelaar indrukt. Wanneer uKHWJHUHHGVFKDSLQVFKDNHOWWHUZLMOKHW]DDJEODGUHHGVhet werkstuk aanraakt, kan dat leiden tot een terug-VODJHQHUQVWLJSHUVRRQOLMNOHWVHOWAARSCHUWING: Nadat u klaar bent metzagen mag u het handvat pas omhoog brengennadat het zaagblad volledig tot stilstand is geko-men.$OVXKHWKDQGYDWRPKRRJEUHQJWWHUZLMOKHWzaagblad nog ronddraait, kan dat leiden tot ernstigSHUVRRQOLMNOHWVHOHQVFKDGHDDQKHWZHUNVWXNWAARSCHUWING: Raak terwijl het zaagbladdraait de klemschroeven niet aan waarmee desledestangen zijn vergrendeld. Anders kunt u decontrole over het gereedschap verliezen waardoorSHUVRRQOLMNOHWVHONDQRQWVWDDQKENNISGEVING: Voordat u het gereedschapinschakelt, dient u het handvat uit zijn onderste posi-tie te halen door de aanslagpen naar buiten te trekken.KENNISGEVING: Oefen tijdens het zagen geenovermatige druk op het handvat uit. Wanneer ute hard drukt, kan de motor overbelast raken en/ofGH]DDJHI¿FLsQWLHDIQHPHQ'UXNDOOHHQ]RKDUGDOVnodig is voor soepel zagen zonder dat het toerentalYDQKHW]DDJEODGDDQ]LHQOLMNYHUPLQGHUWKENNISGEVING: Druk het handvat zachtjesnaar beneden om te zagen. Als u het handvat metNUDFKWRPODDJGUXNWRI]LMZDDUWVHGUXNHURSXLWRHIHQWkan het zaagblad gaan trillen en een vlek (brandplek)op het werkstuk achterlaten, en kan ook de zaags-QHGHPLQGHUQDXZNHXULJ]LMQKENNISGEVING: Voor schuivend zagen duwtu de zaagslede langzaam en zonder te stoppennaar de geleider. Als de beweging van de sledeWLMGHQVKHW]DJHQZRUGWRQGHUEURNHQNDQHHQYOHNRShet werkstuk ontstaan en kan de zaagsnede minderQDXZNHXULJ]LMQRechtzagen (zagen van kleinewerkstukken)WAARSCHUWING: Draai de twee klem-schroeven die de sledestangen vergrendelen ste-vig rechtsom vast zodat de slede niet kan bewe-gen tijdens het gebruik. Door een onvoldoende vastaangedraaide borgschroef kan een terugslag wordenYHURRU]DDNWZDWNDQOHLGHQWRWHUQVWLJSHUVRRQOLMNletsel.ŹFig.42Werkstukken tot 52 mm hoog en 97 mm breed kunnenop de volgende manier worden gezaagd:1. 'XZGHVOHGH]RYHUPRJHOLMNQDDUGHJHOHLGHUHQzet de slede vast door de twee klemschroeven van desledestangen rechtsom vast te draaien.2. .OHPKHWZHUNVWXNYDVWPHWKHWMXLVWHW\SHspanschroef.