1207-1. De zaagketting slijpenLET OP: Alvorens aan het zaagblad of dezaagketting te werken, stopt u altijd de motoren trekt u de bougiekap van de bougie af(zie 7-6 “De bougie vervangen”). Draag altijdveiligheidshandschoenen!(zie afb. 59)De zaagketting moet worden geslepen wanneer:Het zaagsel bij het zagen van vochtig hout op houtstof lijkt.De zaagketting alleen onder grote druk in het hout dringt.De zaagmesjes zichtbaar beschadigd zijn.De kettingzaag tijdens het zagen naar links of rechts wordtgetrokken. Dit wordt veroorzaakt door ongelijkmatig slijpen vande zaagketting.Belangrijk: Slijp regelmatig zonder te veel metaal teverwijderen!Over het algemeen zijn 2 of 3 slagen van de vijl voldoende.Laat de zaagketting slijpen door een servicecentrum nadat udeze al enkele keren zelf hebt geslepen.De juiste manier van slijpen:LET OP: Gebruik uitsluitend zaagkettingen enzaagbladen die bedoeld zijn voor deze kettingzaag (zie10 “Samenvatting van de vervangingsonderdelenlijst”)!(zie afb. 60)Alle messen moeten dezelfde lengte hebben (afmeting a). Alsde messen verschillende lengten hebben, zal de zaagkettingonregelmatig lopen en kunnen barsten in de zaagkettingontstaan.De minimumlengte van de messen is 3 mm. Slijp dezaagketting niet wanneer deze minimumlengte van demessen bereikt is. Op dit moment moet de zaagkettingworden vervangen (zie 10 “Samenvatting van devervangingsonderdelenlijst” en 7-4 “De zaagkettingvervangen”).De zaagdiepte wordt bepaald door het verschil in hoogtetussen de dieptebegrenzer (ronde neus) en de punt van demessen.Het beste resultaat wordt bereikt bij een zaagdiepte van0,64 mm.LET OP: Een te grote zaagdieptevergroot de kans op terugslag!(zie afb. 61)De slijphoek (_) moet identiek zijn voor alle messen!30° voor zaagketting van type 092 (91VG), 492 (91PX),290 (90SG), 291 (90PX)De zaagtanden zullen automatisch de juiste hoek (`) hebbenwanneer de juiste ronde vijl wordt gebruikt.80° voor zaagketting van type 092 (91VG), 492 (91PX)75° voor zaagketting van type 290 (90SG), 291 (90PX)Als de messen ongelijke hoeken hebben, leidt dat tot hetonregelmatig lopen van de zaagketting, een hogere slijtage, enhet breken van de zaagketting.Vijlen en hoe ermee te werkenGebruik voor het slijpen een speciale ronde vijl voorkettingzagen. De standaard ronde vijlen zijn ongeschikt. Zie 10“Samenvatting van de vervangingsonderdelenlijst”.Type 092 (91VG), 492 (91PX): Ronde vijl voor kettingzagen,diameter: 4,0 mmType 290 (90SG), 291 (90PX): Ronde vijl voor kettingzagen,diameter: 4,5 mm(zie afb. 62)De vijl mag alleen slijpen wanneer u deze vooruit duwt(zie pijl). Til de vijl van het mes af voordat u hem weer naarachteren trekt.Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes dientvervolgens als richtlijn voor alle overige messen van dezaagketting.Nieuwe zaagtanden moeten in exact dezelfde vormworden geslepen als de gebruikte zaagtanden, ook op hunloopvlakken.De vijl is afhankelijk van type zaagketting (90° of 10° tenopzichte van het zaagblad).(zie afb. 63)Een vijlhouder helpt de vijl in de juiste richting te houden. Dezeis gemarkeerd met de juiste vijlhoek van: _ = 30°(houd de markeringen tijdens het slijpen parallel aan dezaagketting; zie afbeelding) en beperkt de zaagdiepte tot decorrecte 4/5 van de vijldiameter.(zie afb. 64)Nadat de zaagketting is geslepen, moet de hoogte vande dieptebegrenzer worden gecontroleerd door middelvan een dieptevoeler. Zie 10 “Samenvatting van devervangingsonderdelenlijst”.Corrigeer ook zeer kleine hoogteverschillen met eenspeciale platte vijl (1). Zie 10 “Samenvatting van devervangingsonderdelenlijst”.Maak de voorpunt van de dieptevoeler (2) rond.7-2. De binnenkant van dekettingwielbeschermer schoonmakenLET OP: Alvorens aan het zaagblad of de zaagketting tewerken, stopt u altijd de motor en trekt u de bougiekapvan de bougie af (zie 7-6 “De bougie vervangen”). Draagaltijd veiligheidshandschoenen!LET OP: Start de kettingzaag alleen nadat deze op dejuiste wijze is gemonteerd en is geïnspecteerd.(zie afb. 65)Verwijder de kettingwielbeschermer (1) (zie 6 “IN GEBRUIKNEMEN” voor het juiste model) en maak met een borstel debinnenkant ervan schoon.Verwijder de zaagketting (2) en het zaagblad(3).OPMERKING:Zorg ervoor dat geen residuen of vreemde voorwerpenachterblijven in de olietoevoergleuf (4) of op de kettingspanner(5).Om het zaagblad, de zaagketting en de kettingwielbeschermerweer aan te brengen, raadpleegt u 6 “IN GEBRUIK NEMEN”7. ONDERHOUD