Foutopsporing40 NlRaadpleeg de tabel hieronder indien dit toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem dat u ervaart, niethieronder in de lijst voorkomt, of als de instructies hieronder neit helpen, stelt u dit toestel in op de stand-bymodus,verwijdert u het netsnoer en neemt u contact op met de dichtstbijzijnde bevoegde Yamaha-dealer of -servicecentrum.■ AlgemeenFoutopsporingProbleem Oorzaak Oplossing ZiepaginaHet toestel kan nietworden ingeschakeld.Het veiligheidscircuit werd 3 keer achterelkaar geactiveerd. Als het toestel zich indeze toestand bevindt, knippert de stand-byindicator op het toestel als u probeerthet toestel in te schakelen.Uit veiligheidsoverwegingen kan de stroom van dittoestel niet worden ingeschakeld. Neem contact opmet uw dichtstbijzijnde Yamaha-dealer of -servicecentrum om een reparatie aan te vragen.—Het netsnoer of de stekker is niet of nietgoed aangesloten.Sluit het netsnoer stevig aan. —De impedantie is verkeerd ingesteld. Stel de impedantie in overeenstemming met uwluidsprekers in. 11De beveiliging is in werking getredendoor een kortsluiting, enz.Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet rakenen zet dan het toestel opnieuw aan. 10Het toestel heeft blootgestaan aan eensterke, externe elektrische schok(bijvoorbeeld een blikseminslag of eenontlading van statische elektriciteit).Stel dit toestel in de stand-bymodus, verwijder hetnetsnoer en steek het na 30 seconden weer in engebruik het daarna zoals gewoonlijk. —Geen geluid Invoer- of uitvoerkabels verkeerdaangesloten.Verbind de kabels correct. Als het probleemaanhoudt, is het mogelijk dat er iets mis is met dekabels.10Er is geen geschikte ingangsbrongeselecteerd.Selecteer een geschikte ingangsbron met de INPUT-keuzeknop op het voorpaneel (of een van deinvoerkeuzetoetsen op de afstandbediening).14De SPEAKERS A/B-schakelaars zijn nietcorrect ingesteld.Zet de overeenkomende SPEAKERS A ofSPEAKERS B aan. 14De luidsprekeraansluitingen zitten nietgoed vast.Zet de aansluitingen goed vast. 10Uitvoer is uitgeschakeld. Schakel de dempen uit. 8De instelling voor maximaal volume ofinitieel volume is te laag ingesteld.Stel de instelling in op een hogere waarde. 33Het component die overeenkomt met degeselecteerde signaalbron isuitgeschakeldof speelt niet af.Zet de component aan en zorg ervoor dat hij afspeelt.—De audio-uitgang van een apparaat dat opeen digitale audio-ingang (COAXIAL 1-2/OPTICAL 1-2-aansluitingen) isaangesloten, is op iets anders dan PCMingesteld.Stel de audio-uitgang van het aangesloten apparaat inop PCM,—Het geluid valtplotseling weg.De beveiliging is in werking getredendoor een kortsluiting, enz.Stel de luidsprekerimpedantie in in overeenstemmingmet de luidsprekers. 11Controleer of de luidsprekerdraden elkaar niet rakenen zet dan het toestel opnieuw aan. 10Het toestel is te warm geworden. Let erop dat de openingen in het bovenpaneel nietworden geblokkeerd. —De functie voor automatische stand-byheeft dit toestel uitgeschakeld.WIjzig de automatische stand-by (“AutoPowerStdby”in het menu “SETUP”) naar een langere instelling ofschakel het uit.34AANVULLENDE INFORMATIE