23Installatieomgeving controlerenNEDERLANDSz Als Filtering MAC-adressen is ingeschakeldU dient het MAC-adres van het apparaat te registreren op het toegangspunt voordat u met deconfiguratie begint. U kunt het MAC-adres van het apparaat controleren door denetwerkgegevens van het apparaat af te drukken. Zie "Netwerkinstellingen afdrukken" oppagina 75.z Als Filtering IP-adressen is ingeschakeldSchakel de filterfunctie voor IP-adressen van het toegangspunt uit wanneer u het apparaatinstalleert. Stel na voltooiing van de installatie het apparaat zo in dat dit met andere apparaten kancommuniceren en schakel vervolgens de filterfunctie voor IP-adressen weer in.z Als Blokkering van communicatie tussen clients is ingeschakeldSchakel de functie Blokkering van communicatie tussen clients uit terwijl u het apparaat gebruikt.z Sommige toegangspunten kunnen automatisch schakelen tussen draadloze kanalen. Het is mogelijk datdit apparaat geen verbinding met een toegangspunt kan maken als het kanaal is ingesteld opAutomatisch (of een vergelijkbare optie) of op een kanaal buiten het bereik 1 tot en met 13. Configureerhet toegangspunt voor gebruik van een kanaal tussen 1 en 13.