39Configuratie van het apparaat en de computer (Windows)NEDERLANDSConfiguratie van een extra, via een LAN verbonden computerIn dit gedeelte wordt beschreven hoe u een computer voor het apparaat configureert terwijl hetapparaat al met een andere computer is geconfigureerd om verbinding te maken met eendraadloos of bekabeld LAN. Voor deze procedure hoeven alleen instellingen op declientcomputer te worden opgegeven.1 Schakel het apparaat in.Het duurt ongeveer 40 seconden totdat het AAN/UIT-lampje groen gaat branden.2 Selecteer in het scherm [Setup Method/Installatiemethode] de optie [Set up onlythe computer/Alleen computer instellen]en klik op [Next/Volgende].BelangrijkVolg deze procedure alleen wanneer het apparaat al verbinding heeft met een draadloos ofbekabeld LAN. Als het apparaat nog geen verbinding heeft met een netwerk, raadpleegt u"Configuratie voor gebruik in een draadloos LAN" op pagina 27 of "Configuratie voor gebruik in eenbekabeld LAN" op pagina 33, afhankelijk van het verbindingstype.Opmerkingz Als filtering van MAC- of IP-adressen is geconfigureerd om de toegang tot het apparaat tebeperken, moet u van tevoren de adressen registreren van de computer die u configureert.Hiervoor gebruikt u het [Canon IJ Network Tool] op een computer die al is geconfigureerd.z De computer die u configureert mag NIET via een USB-kabel op het apparaat zijn aangesloten.Voor deze procedure hoeft de USB-kabel niet te worden aangesloten.z Controleer in geval van een bekabelde LAN-verbinding of het apparaat met een LAN-kabel isverbonden met het netwerk.BelangrijkDeze stap dient te volgen op stap 4 in "Softwareinstalleren" op pagina 24. Als het scherm [SetupMethod/Installatiemethode] nog niet isweergegeven, gaat u terug naar de procedure in"Software installeren" op pagina 24 om de installatievan de software te voltooien.